4.3Het oordeel van de rechtbank
Hennepkwekerij [plaats] – vrijspraak feit 1 primair en subsidiair en feit 4 primair en subsidiair
De rechtbank kan op basis van het dossier en de verklaring van verdachte vaststellen dat verdachte in ieder geval vóór 1 januari 2019 het huis aan de [adres 2] heeft bewoond. De rechtbank kan op basis van het dossier echter niet vaststellen dat verdachte in de onder feit 1 en feit 4 tenlastegelegde periode van 1 januari 2019 tot en met 10 februari 2021 op een dergelijke mate betrokken was bij de woning dat sprake is geweest van medeplegen of medeplichtigheid bij de hennepkwekerij en de diefstal van stroom hiervoor. Verdachte heeft op de zitting verklaard dat hij in 2016 en 2017 op het adres [adres 2] in [plaats] heeft gewoond. Dat is ook wat zijn ex-partner bij de politie heeft verklaard. Hierna is zijn broer op het adres gaan wonen en heeft verdachte wel nog af en toe contact met de verhuurder gehad over de huur door zijn broer. Verdachte heeft eerder in zijn verhoor bij de politie verklaard dat hij daar eind 2018 en begin 2019 heeft gewoond en dat hij wel van de hennepkwekerij afwist toen hij daar vertrok. In het dossier bevinden zich wel 128 aanwijzingen dat verdachte nog enige betrokkenheid had bij (het huren van) de woning vanaf 1 januari 2019. Zo is er post op naam van verdachte aangetroffen met recente data en verklaart de eigenaar van de woning dat verdachte ook in 2021 nog de persoon was die de woning van hem huurde. Dit is echter onvoldoende om aan te nemen dat verdachte in die periode enige betrokkenheid heeft gehad bij de zich in de woning bevindende hennepkwekerij. De rechtbank acht daarom niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 1 primair en subsidiair en feit 4 primair en subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en zal verdachte hiervan vrijspreken.
Hennepkwekerij Amsterdam – bewezenverklaring feit 3 en vrijspraak feit 6
Vrijspraak feit 6 – diefstal stroom
De rechtbank zal hieronder verder uiteenzetten dat zij tot een bewezenverklaring komt van het onder feit 3 ten laste gelegde kweken/telen van hennep aan de [straat] in Amsterdam, maar dat zij zal vrijspreken van het medeplegen. De rechtbank zal verdachte vrijspreken van de diefstal van stroom voor deze hennepkwekerij. Uit het dossier volgt dat de elektriciteitsvoorziening in het pand voor de hennepkwekerij illegaal werd afgenomen, maar de rechtbank kan op basis van het dossier niet vaststellen dat verdachte hierbij betrokken is geweest. Uit het dossier blijkt onvoldoende dat verdachte wetenschap had van de diefstal van stroom en de rechtbank kan ook niet vaststellen dat verdachte zelf enige wegnemingshandeling ten aanzien van de stroom heeft verricht. De rechtbank acht daarom het onder feit 6 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen en zal verdachte daarvan vrijspreken.
Bewijsmiddelen
Een proces-verbaal van bevindingen, genummerd PL1300-2021177868-4, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 31 augustus 2021 bevond ik mij voor het appartementencomplex [straat] te Amsterdam.
Ik betrad de afgesloten parkeerplaats om te kijken of daar de personenauto geparkeerd stond. Op de afgesloten parkeerplaats zag ik op parkeerplaats [nummer] de personenauto met kenteken [kenteken] geparkeerd staan. Ik zag op de achterbank van de personenauto een doos liggen. Ik zag dat de doos gedeeltelijk open was. In de doos zag ik een assimilatielamp liggen. Het is mij ambtshalve bekend dat een assimilatielamp gebruikt wordt bij het vervaardigen van hennep.
Op het moment dat wij, verbalisanten, bij de voordeur van huisnummer [nummer] zagen wij een personenauto met kenteken [kenteken] rijden voor de centrale hoofdingang. Wij zagen een man in deze personenauto zitten. Wij hielden deze personenauto staande.Wij vertelden de man dat wij het vermoeden hadden dat hij een hennepkwekerij had in het gebouw [straat] . Wij, verbalisanten, confronteerden de man met het feit dat wij zojuist deze personenauto nog op de afgesloten binnenplaats geparkeerd zagen staan. Wij hoorden de man hierop zeggen:
-Ik verblijf hier inderdaad. Nu ongeveer zes weken.
Wij, verbalisanten, hoorden de man zeggen:
- Ik heb inderdaad wat planten in mijn woning staan en ik laat jullie de woning wel zien. Jullie gaan anders toch opzoek.
Wij, verbalisanten, liepen samen met de man het appartementencomplex in. Wij volgde
de man naar de woning. Wij zagen dat de man stopte bij de voordeur van huisnummer
[nummer] . Wij hoorden de man zeggen:
In de achterste kamer moeten jullie zijn. In de achterste kamer zagen wij drie kweektenten staan.Wij, verbalisanten, zagen in alle kweektenten assimilatielampen, ventilatoren en een
koolstoffilter hangen.
Een proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij, genummerd PL1300-2021177868-1, voor zover inhoudende zakelijk weergegeven:
Op 31 augustus 2021 deden wij onderzoek op de [straat] te Amsterdam. Het bleek dat op genoemd adres een hennepkwekerij met planten aanwezig was.
Kweekruimte
In totaal stonden er 162 hennepplanten. Voor de belichting werd gebruik gemaakt van kunstlicht, geschakeld op tijdklokken. In totaal hingen er in de kweekruimte 12 lampen. De hennepplanten werden door middel van een centraal geregeld bevloeiingssysteem of drupsysteem van een voedingsoplossing voorzien. Voor het kweken van de hennepplanten werd gebruik gemaakt van een afgescheiden, afgeschermde en/of verdeelde ruimte, binnen of buiten. De kweekruimte was geïsoleerd met betrekking tot daglicht en temperatuur. en afzuiginstallatie. De luchtverversing en luchtafvoer werd geregeld door een aan- In de kweekruimte werd gebruik gemaakt van verwarming, thermostaat- of computergestuurd.Voor het kweken van de hennepplanten werd gebruik gemaakt van speciaal verrijkte aarde, potgrond.
Vaststelling hennep
Wij constateerden, gezien de waargenomen uiterlijke kenmerken, kleur en vorm,
En daarnaast de herkenbare geur, dat de aangetroffen planten hennepplanten waren.
Bewijsoverwegingen
Betrokkenheid bij de hennepkwekerij
De verdediging heeft aangevoerd dat de rol van verdachte bij de hennepkwekerij in de woning aan de [adres 3] in [plaats] niet verder gaat dan (eventueel) medeplichtigheid. Verdachte moest de woning alleen bewoonbaar laten lijken en heeft het huis alleen ter beschikking gesteld voor anderen om hennep te kweken.
De rechtbank stelt op basis van de bewijsmiddelen vast dat in de woning aan de [adres 3] in [plaats] een hennepkwekerij gevestigd was. Toen verbalisanten daar op 31 augustus 2021 ter plaatse kwamen reed verdachte vanaf de woning weg in een auto. Verbalisanten spreken verdachte aan en verdachte verklaart dat hij nu 6 weken in de woning verblijft en dat er inderdaad planten in de woning staan. Achterin de auto van verdachte zien verbalisanten een assimilatielamp liggen. Dit soort lampen hangen ook in de hennepkwekerij op de [adres 3] .
Op basis hiervan komt de rechtbank tot het oordeel dat verdachte een grotere rol heeft gehad bij de hennepkwekerij dan het enkel bewoonbaar maken van de woning of het ter beschikking stellen van de woning voor de kwekerij. Verdachte heeft zich blijkens de assimilatielamp die hij op de achterbank van zijn auto had liggen ook beziggehouden met de inrichting van de hennepkwekerij. De rechtbank acht op basis hiervan bewezen dat verdachte zich in de tenlastegelegde periode als pleger schuldig heeft gemaakt aan het telen van hennep.
Geen medeplegen
De rechtbank kan uit het dossier niet afleiden dat iemand anders ook betrokkenheid had bij de hennepkwekerij of dat verdachte hierbij met anderen nauw en bewust heeft samengewerkt. De rechtbank zal verdachte van dat deel van de tenlastelegging vrijspreken.
Hennepkwekerij [plaats] - bewezenverklaring feit 2 en feit 5
Bewijsmiddelen
De hierna weergegeven bewijsmiddelen worden steeds gebruikt tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud uitdrukkelijk betrekking hebben. Sommige onderdelen van de bewijsmiddelen hebben niet betrekking op alle feiten, maar op één of meerdere feiten.
Een proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij, genummerd PL1300-2021044549-1, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op het adres [adres 4] , [postcode] [plaats] , staan de volgende personen ingeschreven:
[verdachte]
Ingangsdatum 13 februari 2020
In voornoemd perceel werd op dinsdag 2 maart 2021 een doorzoeking ter inbeslagneming uitgevoerd. Na het binnentreden zag ik het volgende:
De kweekruimte is aangetroffen in de uitgegraven kruipruimte onder de vloer van de begane grond en was toegankelijk middels een luik in de trapkast. De professioneel ingerichte kweekruimte was voorzien van een waterpomp die het grondwater in de ruimte wegpompte.
KweekruimteDe uitgegraven kruipruimte was verdeeld in twee ruimten. De voorste ruimte was voorzien van een waterzak, opslag voeding en kweekgoederen. De achterste ruimte was de kweekruimte alwaar de planten reeds waren geoogst en ter droging hingen aan het plafond. De potten, met daarin plantenresten, waren tegen de wanden opgestapeld. In totaal stonden er 117 hennepplanten. Voor de belichting werd gebruik gemaakt van kunstlicht, geschakeld op tijdklokken. In totaal hingen er in de kweekruimte 9 lampen. Voor het kweken van de hennepplanten werd gebruik gemaakt van een afgescheiden, afgeschermde en/of verdeelde ruimte, binnen of buiten. De kweekruimte was geïsoleerd met betrekking tot daglicht en aan- temperatuur. De luchtverversing en luchtafvoer werd geregeld door een en afzuiginstallatie. In de kweekruimte werd gebruik gemaakt van verwarming, thermostaat- of computergestuurd. Verwerking vond plaats in eigen beheer of werd uitbesteed.
Vaststelling hennepIk constateerde op grond van mijn kennis en ervaring, opgedaan bij eerdere ontmantelingen van hennepkwekerijen, dat het hennepplanten waren.
ElektriciteitsvoorzieningDe elektriciteitsvoorziening van de hennepkwekerij is onderzocht door [A] , fraude-inspecteur bij de netbeheerder Liander, in mijn aanwezigheid. Hierbij werd geconstateerd dat de elektriciteitsvoorziening ten behoeve van de hennepkwekerij illegaal werd afgenomen. Het bleek dat er een frauduleuze aansluiting was gemaakt op de toevoerkabel. In de kruipruimte is de kabel hiervoor deels gestript.
Een geschrift, te weten een aangifte van [aangever] namens Liander N.V. van 22 maart 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Pleegplaats: [plaats]
Adres: [adres 4]
Liander N.V. heeft vanaf 10 oktober 2018 met een persoon genaamd [verdachte] een overeenkomst betreffende aansluiting en transport van elektriciteit naar bovengenoemd perceel.
De fraudespecialist zag dat rechtstreeks op de aansluitkabel/hoofdkabel een illegale elektriciteitsaansluiting was gemaakt. Hij zag dat deze aansluiting buiten de elektriciteitsmeter om liep naar de hennepplantage en deze voorzag van elektriciteit. Uit ervaring weet hij dat door een illegale aansluiting op de aansluitkabel/hoofdkabel te maken, het mogelijk is meer vermogen af te nemen dan dat de contractueel overeengekomen en geïnstalleerde hoofdzekeringen zouden doorlaten. Door de manipulatie werd de afgenomen elektriciteit ten behoeve van de hennepplantage en het huishoudelijk verbruik niet via de elektriciteitsmeter geregistreerd.
Een proces-verbaal van verhoor van verdachte bij de politie op 3 maart 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
V: Dan maken we een klein sprongetje in Amstelveen. Zij verklaart dat jij samen met een ander persoon acties bent geweest in de hennepkwekerij.
A: Ja. Amstelveen wel. Dat is wat jullie actief noemen. Ik heb toen geholpen om het in te richten. Maar daarna ben ik vertrokken.
Een proces-verbaal van verhoor van verdachte bij de politie op 1 september 2021, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
V: Wij willen je tevens horen over een Hennepkwekerij in de woning aan [adres 4] te [plaats] . Tijdens het vorige verhoor verklaarde je dat je aanwezig was bij het opbouwen van de hennepkwekerij. Wat kun je daarover verklaren?
A: Ik kwam daar in 2019 wonen. Het eerste jaar gebeurde er niks. Daarna kon ik de huur niet meer betalen. Ik weet dat het 1 jaar was, maar niet precies wanneer, het was wel in 2020. Ik weet dat er 4 oogsten zijn geweest.
V: Wie verzorgde de hennepplantage?
A: De andere man.
V: Hoeveel hennepplanten stonden in de hennepkwekerij?
A: Minder dan 100 planten. Ik krijg er net geen 100 in. Soms was het 90 soms iets meer.
Bewijsoverwegingen
Medeplegen telen hennep
De verdediging heeft aangevoerd dat de rol van verdachte bij de hennepkwekerij in zijn woning aan [adres 4] in [plaats] niet verder gaat dan (eventueel) medeplichtigheid. Er kan niet worden vastgesteld dat verdachte de beschikkingsmacht over de hennep heeft gehad, dan wel dat hij op nauwe en bewuste wijze heeft samengewerkt met anderen voor het kweken van de hennep, zo stelt de verdediging.
De rechtbank overweegt hierover als volgt. Verdachte heeft in zijn verhoor bij de politie op 3 maart 2021 en 1 september 2021 verklaard dat hij in 2019 is komen wonen aan [adres 4] in [plaats] . Ergens in 2020 kon hij de huur niet meer betalen en toen is de kwekerij in zijn woning gekomen. Hij heeft toen geholpen om de kwekerij in te richten en hij weet dat er vier oogsten zijn geweest. Op de zitting is verdachte teruggekomen op deze verklaring. Hij zou in zijn verhoor van 3 maart 2021 hebben bedoeld dat hij heeft meegeholpen met het inrichten van de woning, niet met het inrichten van de kwekerij. Hij zou de vraag van de verbalisanten verkeerd hebben begrepen. De rechtbank leest in het verhoor echter dat duidelijk aan verdachte gevraagd wordt naar de kwekerij in [plaats] en dat verdachte vervolgens verklaart dat hij heeft meegeholpen om deze in te richten. Hij is bij die kwekerij wél actief betrokken geweest, zo zegt hij. Naar het oordeel van de rechtbank is de vraagstelling van de verbalisanten op dat punt zo concreet dat daarover bij verdachte geen misverstand kan zijn ontstaan. De rechtbank gaat dan ook uit van de verklaring die verdachte in zijn eerste verhoor heeft afgelegd.
Op basis daarvan stelt de rechtbank vast dat verdachte door geldnood een kwekerij in zijn woning heeft gebouwd of heeft laten bouwen en dat hij zelf ook betrokken is geweest bij de inrichting hiervan. Het standpunt van de verdediging dat verdachte geen beschikkingsmacht had over de planten omdat de kwekerij voor hem met een slot was afgesloten, wordt weersproken door de verklaring van verdachte zelf. Verdachte heeft vervolgens ook geld ontvangen voor zijn aandeel bij de kwekerij. Deze rol van verdachte gaat verder dan het enkel ter beschikking stellen van de woning voor de kwekerij. Verdachte heeft een significante bijdrage geleverd aan het telen van de hennep in zijn woning. Verdachte heeft verklaard dat een ander de plantjes verzorgde en dat hij ook van anderen betaald kreeg. De rechtbank acht op basis hiervan bewezen dat verdachte nauw en bewust heeft samengewerkt met een ander en zich in de tenlastegelegde periode schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van het telen van hennep.
Diefstal stroom
Op basis van de bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat voor de hennepkwekerij illegaal stroom werd afgenomen. De elektriciteitsvoorziening van de kwekerij was direct aangesloten op de hoofdkabel en liep buiten de meter om. De toevoerkabel is hiervoor gestript en dus verbroken. Gelet op wat hiervoor al is overwogen, stelt de rechtbank vast dat verdachte weet had van de kwekerij in zijn woning en betrokken was bij de inrichting hiervan. Het energiecontract voor de [adres 4] stond op naam van verdachte. Hij was dan ook de persoon die de energierekeningen ontving en inzage had in het stroomverbruik van de woning. Het is algemeen bekend dat een hennepkwekerij veel stroom verbruikt. Verdachte moet hebben gezien dat de energierekeningen die hij van Liander ontving niet overeenkwamen met het stroomverbruik van de hennepkwekerij. Dat verdachte, die geholpen heeft bij de inrichting van de kwekerij met het daarbij behorende grote aantal lampen, zich er niet van bewust was dat de stroomvoorziening voor de hennepkwekerij buiten de meter om liep, acht de rechtbank onder die omstandigheden dan ook niet geloofwaardig. Het kan niet anders dan dat verdachte wetenschap had van de diefstal van de stroom. Verdachte heeft als huurder van de woning en contractspartij van Liander ook willens en wetens niet betaald voor de door de hennepkwekerij afgenomen (en niet door de meter geregistreerde) stroom. Hiermee heeft verdachte ook het oogmerk gehad op de wederrechtelijke toe-eigening van de illegaal afgenomen stroom. De rechtbank acht daarmee het onder feit 5 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
De rechtbank kan op basis van het dossier niet vaststellen dat verdachte voor de diefstal van de stroom nauw en bewust heeft samengewerkt met een ander. De rechtbank zal verdachte van dat deel van de tenlastelegging vrijspreken.