In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 1 augustus 2025, wordt het beroep van eiseres behandeld tegen de Dienst Toeslagen. Eiseres, gevestigd in Groot-Brittannië, heeft bezwaar aangetekend tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag, maar stelt dat verweerder niet tijdig heeft beslist op haar bezwaar van 3 november 2023. De rechtbank had eerder, op 11 juli 2024, een termijn gesteld voor verweerder om een besluit te nemen, maar deze termijn is verstreken zonder dat er een beslissing is genomen. De rechtbank concludeert dat het beroep gegrond is, omdat verweerder in gebreke is gebleven. De rechtbank bepaalt dat verweerder binnen twee weken na verzending van de uitspraak alsnog een besluit moet nemen. Tevens wordt er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt ook een vergoeding voor de proceskosten van € 453,50 en het betaalde griffierecht van € 53,- moet door verweerder worden vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in beroep te gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.