In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, op 8 augustus 2025, wordt het beroep van eiseres behandeld tegen de Dienst Toeslagen. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag, maar stelt dat verweerder niet tijdig heeft beslist op haar bezwaar van 20 december 2024. De rechtbank heeft geen zitting gehouden, omdat dit in deze zaak niet nodig werd geacht. De rechtbank constateert dat de beslistermijn is overschreden en dat eiseres op 12 juni 2025 beroep heeft ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en draagt verweerder op om alsnog binnen een bepaalde termijn een besluit te nemen. De rechtbank stelt vast dat de wettelijke beslistermijn te kort is om een besluit te nemen en verwijst naar eerdere rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De rechtbank legt een dwangsom op van € 100,- per dag voor elke dag dat verweerder de beslistermijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt ook een vergoeding voor de proceskosten en het griffierecht. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.