In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 13 februari 2025, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had een aanvraag ingediend op 15 februari 2022 voor aanvullende compensatie voor werkelijke schade bij de Commissie Werkelijke Schade. Verweerder, de Dienst Toeslagen, heeft echter niet tijdig beslist op deze aanvraag. Eiseres heeft verweerder op 16 april 2024 in gebreke gesteld, maar het beroep is pas op 25 juli 2024 ingediend, meer dan twee weken na de ingebrekestelling. De rechtbank oordeelt dat de beslistermijn is overschreden en dat verweerder alsnog een besluit moet nemen. De rechtbank legt een termijn op van zes weken na de uitspraak voor het nemen van dit besluit. Tevens wordt er een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat verweerder deze termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt ook een vergoeding voor de proceskosten van € 453,50 en het griffierecht van € 51,- moet door verweerder aan eiseres worden vergoed.