ECLI:NL:RBMNE:2025:4565
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Tijdelijke sluiting van een woning op basis van de Gemeentewet wegens criminele activiteiten
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 31 juli 2025 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, huurder van een woning in De Ronde Venen, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van de burgemeester om haar woning per direct voor drie maanden te sluiten op grond van artikel 174a van de Gemeentewet. De burgemeester had deze maatregel genomen naar aanleiding van een bestuurlijke rapportage van de politie, waarin werd vermeld dat in de woning verboden vuurwapens en goederen die gebruikt worden voor een hennepkwekerij waren aangetroffen. Verzoekster betwistte de sluiting en vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, zodat zij en haar minderjarige zoon weer toegang tot hun woning zouden krijgen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek toegewezen, omdat hij van oordeel was dat de burgemeester onvoldoende had gemotiveerd waarom de sluiting noodzakelijk en evenwichtig was. De voorzieningenrechter oordeelde dat de burgemeester niet had aangetoond dat verzoekster verantwoordelijk was voor de aanwezigheid van de wapens en dat de sluiting van de woning voor drie maanden niet proportioneel was. De voorzieningenrechter schorste het besluit van de burgemeester tot twee weken na de bekendmaking van de beslissing op bezwaar, waardoor verzoekster weer in haar woning mocht verblijven. Tevens werd de burgemeester veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van verzoekster.