ECLI:NL:RBMNE:2025:4627

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
19 augustus 2025
Publicatiedatum
22 augustus 2025
Zaaknummer
11373352 UM VERZ 24-5549
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van verschoonbaarheid bij termijnoverschrijding in administratief beroep tegen verkeerssanctie

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 19 augustus 2025 uitspraak gedaan in een administratief beroep van een B.V. tegen een opgelegde administratieve sanctie van € 280,00 wegens het niet stoppen voor een rood verkeerslicht op 25 oktober 2023. De officier van justitie had het beroep van de betrokkene niet-ontvankelijk verklaard omdat het te laat was ingediend. De kantonrechter heeft de zaak behandeld op 5 augustus 2025, waarbij de betrokkene niet aanwezig was, maar de officier van justitie vertegenwoordigd was.

De kantonrechter heeft eerst de ontvankelijkheid van het administratief beroep beoordeeld. Het was niet in geschil dat het beroep te laat was ingediend, maar de rechter heeft gekeken naar de verschoonbaarheid van de termijnoverschrijding. Op basis van artikel 6:11 van de Algemene wet bestuursrecht kan een niet-ontvankelijkverklaring achterwege blijven als de indiener niet in verzuim is geweest. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de werknemer van de betrokkene, die de vrachtwagen bestuurde, door een taalbarrière in de data was verward en dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was.

De kantonrechter heeft vervolgens de administratieve sanctie beoordeeld. De werknemer betwistte dat hij door rood had gereden en verwees naar foto’s van de flitscamera. De kantonrechter concludeerde dat de foto’s niet eenduidig bewijs leverden dat de werknemer door rood was gereden. Gezien de omstandigheden en het feit dat de werknemer het voordeel van de twijfel kreeg, heeft de kantonrechter de administratieve sanctie vernietigd. De beslissing van de officier van justitie werd niet in stand gehouden, en de kantonrechter heeft bepaald dat het te veel betaalde bedrag aan de betrokkene moet worden teruggegeven.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
zittingsplaats Utrecht
zaaknummer: 11373352 UM VERZ 24-5549
CJIB-nummer: [CJIB-nummer]
beslissing van de kantonrechter van 19 augustus 2025 en proces-verbaal van de zitting van 5 augustus 2025
inzake
[betrokkene] B.V., gevestigd in [vestigingsplaats] , hierna te noemen: de betrokkene.

Inleiding

Aan de betrokkene is een administratieve sanctie opgelegd van € 280,00. De boete is opgelegd - kort gezegd - vanwege het niet stoppen voor een rood verkeerslicht op 25 oktober 2023 in [.] .
De officier van justitie heeft het administratief beroep van de betrokkene niet-ontvankelijk verklaard, omdat het te laat was ingediend.
Tegen de beslissing van de officier van justitie heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De kantonrechter heeft de zaak behandeld op de zitting van 5 augustus 2025. Namens de betrokkene was niemand aanwezig. Namens de officier van justitie was een zittingsvertegenwoordiger aanwezig.
De kantonrechter heeft het onderzoek op de zitting gesloten en twee weken later uitspraak gedaan.

Beoordeling ontvankelijkheid administratief beroep

Beoordelingskader grote kamer termijnoverschrijding geldt ook in Wahv-zaken
1. Het is niet in geschil dat het administratief beroepschrift te laat is ingediend. De beroepstermijn eindigde op 22 december 2023. Het beroep is ingesteld op 1 januari 2024. De kantonrechter beoordeelt eerst of de officier van justitie het administratief beroep om deze reden terecht niet inhoudelijk heeft behandeld en niet-ontvankelijk heeft verklaard.
2. Op grond van artikel 6:11 van de Algemene wet bestuursrecht blijft een niet-ontvankelijkverklaring achterwege als redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest. Het gaat dan om de vraag of de termijnoverschrijding ‘verschoonbaar’ is.
3. Bij de beoordeling van de verschoonbaarheid moet de rechter maatwerk leveren, met een op het individuele geval gerichte, contextuele benadering. Dit betekent dat alle omstandigheden van het geval in hun samenhang moeten worden bezien. Dit volgt uit de rechtspraak van de hoogste bestuursrechters, die tot uitdrukking komt in de uitspraak van de grote kamer van het College van Beroep voor het bedrijfsleven van 30 januari 2024 (ECLI:NL:CBB:2024:31). De kantonrechter oordeelt dat dit beoordelingskader ook moet worden toegepast bij besluiten die zijn genomen op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). Er is dan sprake van bestraffende sancties, waarbij maatwerk met betrekking tot termijnoverschrijdingen juist geboden is.
Beoordeling verschoonbaarheid
4. De vrachtwagen waarmee door rood zou zijn gereden, staat op naam van de betrokkene (een rechtspersoon). De vrachtwagen werd die dag bestuurd door de werknemer van het bedrijf. De betrokkene heeft deze werknemer gemachtigd om tegen de sanctie te procederen bij de officier van justitie en bij de kantonrechter. Namens de werknemer heeft zijn partner in een brief aan de kantonrechter uitgelegd wat er is gebeurd.
5. De partner van de werknemer schrijft dat haar man Engelstalig is en het Nederlands niet goed beheerst. Hij heeft de verschillende data op de brief met de administratieve sancties door elkaar gehaald. Hij dacht dat de datum van uiterste betaling (5 januari 2024) de datum was, waarop nog administratief beroep kon worden ingesteld. Toen de partner daar op 31 december 2024 achter kwam, hebben zij op 1 januari 2024 direct alsnog beroep ingesteld.
6. De kantonrechter heeft geen reden om eraan te twijfelen dat de werknemer inderdaad de bestuurder was, dat zijn werkgever de procedure aan hem heeft overgelaten en dat hij zich vanwege de taalbarrière heeft vergist in de data op de administratieve sanctie. De termijnoverschrijding ruim een week en er is direct beroep ingesteld toen de fout werd ontdekt. Onder deze omstandigheden en in dit geval vindt de kantonrechter de termijnoverschrijding verschoonbaar.
7. Dit betekent dat de beslissing van de officier van justitie - het niet-ontvankelijk verklaren van het administratief beroep - niet in stand kan blijven. Het beroep bij de kantonrechter is daarom gegrond. De kantonrechter zal de bezwaren tegen de administratieve sanctie beoordelen.

Beoordeling administratieve sanctie

8. De werknemer betwist dat hij door rood heeft gereden en vindt dat er overduidelijk een fout is gemaakt. Hij wijst op de foto’s van de flitscamera.
9. De kantonrechter heeft deze foto’s bekeken. Daarop is duidelijk te zien dat de twee rijstroken voor rechtdoorgaand verkeer rood licht hebben en de rijstrook voor rechtsafslaand verkeer groen licht. Behalve de vrachtwagen van de betrokkene is er geen ander verkeer. De foto’s zijn verder erg donker en het is moeilijk te zien of de vrachtwagen rijdt op de rechter rijstrook voor rechtdoorgaand verkeer (rood verkeerslicht) of op de rijstrook voor rechtsafslaand verkeer (groen verkeerslicht).
10. Hoewel de werknemer niet op de zitting was om vragen te beantwoorden, gaat de kantonrechter ervan uit dat zijn standpunt is dat hij rechtsaf ging en dus door groen reed. De kantonrechter kan dit volgen. Hij heeft op Googlemaps gezien dat het bedrijf van de betrokkene ligt in de wijk die direct rechts van het kruispunt ligt, vanuit de rijrichting van de vrachtwagen gezien. De foto’s van de roodlichtcamera zijn laat op de avond gemaakt en de kantonrechter vindt het aannemelijk dat de werknemer op dat moment met de vrachtwagen op weg was naar het bedrijf. Dat past bij het standpunt dat hij rechtsaf sloeg en niet door rood reed. De foto’s laten de mogelijkheid open dat de werknemer de bocht te ruim heeft genomen en dat hij daarbij de detectielussen voor rechtdoorgaand verkeer activeerde.
11. Al met al krijgt de werknemer het voordeel van de twijfel, ook omdat de kantonrechter het na zo’n lange tijd niet meer nodig vindt om aanvullend onderzoek te laten doen. Het komt dus niet vast te staan dat de werknemer met de vrachtwagen van betrokkene door rood is gereden. De administratieve sanctie zal worden vernietigd.
12. Het is niet gebleken dat de betrokkene proceskosten heeft gemaakt die voor vergoeding in aanmerking komen.

Beslissing

De kantonrechter:
  • verklaart het beroep gegrond;
  • vernietigt de beslissing van de officier van justitie;
  • vernietigt de inleidende beschikking;
  • bepaalt dat de officier van justitie aan betrokkene het te veel betaalde teruggeeft.
Deze beslissing is genomen door mr. K. de Meulder, kantonrechter, en uitgesproken op de openbare zitting van 19 augustus 2025, in tegenwoordigheid van de griffier.
de griffier, de kantonrechter,
J.A.J. Weultjes mr. K. de Meulder
Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
de u opgelegde administratieve sanctie meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij
de rechtbank Midden-Nederland, Afdeling Strafrecht,
locatie Utrecht, o.v.v. Mulderzaken, postbus 16005, 3500 DA Utrecht.
Let u erop dat u of uw gemachtigde het beroepschrift heeft ondertekend.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in uw beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting vraagt waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum toezending proces-verbaal: