ECLI:NL:RBMNE:2025:4631
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet-betaling griffierecht
In deze zaak heeft eiser op 12 maart 2025 beroep ingesteld tegen de heffingsambtenaar van de gemeente Soest. De rechtbank heeft echter besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat eiser het griffierecht van € 53,- niet heeft betaald. Volgens artikel 8:41, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het verplicht om griffierecht te betalen bij het indienen van een beroep. De griffier van de rechtbank had eiser een termijn gesteld om het griffierecht te betalen, maar dit bedrag is niet tijdig ontvangen.
De rechtbank heeft op 16 april 2025 een aangetekende brief naar eiser gestuurd met de mededeling dat het griffierecht binnen vier weken betaald moest worden. Deze brief werd echter onbestelbaar geretourneerd. Vervolgens is de brief op 18 juni 2025 per gewone post verzonden, met de mededeling dat de termijn twee weken na deze verzenddatum eindigde. Ondanks deze pogingen heeft de rechtbank het griffierecht niet ontvangen en heeft eiser geen geldige reden opgegeven voor deze situatie.
Op basis van artikel 8:54 Awb heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, wat betekent dat de zaak niet inhoudelijk behandeld kan worden. De rechtbank heeft geen proceskostenvergoeding toegewezen, en de uitspraak is openbaar uitgesproken op 25 juli 2025 door mr. J. Wolbrink, rechter, in aanwezigheid van E.J.H.C. Hui, griffier.