Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 augustus 2025 in de zaak tussen
[eiser] , uit [plaats] , eiser
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Conclusie en gevolgen
1 januari 2022 voor het belastingjaar 2023 verlagen tot € 339.000,-.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 25 augustus 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser en de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking gemeenten & hoogheemraadschap. Eiser had bezwaar gemaakt tegen de WOZ-waarde van zijn woning, vastgesteld op € 354.000,- voor het belastingjaar 2023. De heffingsambtenaar handhaafde deze waarde in de uitspraak op bezwaar van 22 februari 2024. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld. Partijen hebben toestemming verleend om zonder zitting uitspraak te doen. De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen overeenstemming hebben bereikt over de WOZ-waarde, die nu op € 339.000,- is vastgesteld. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak op bezwaar en verlaagt de WOZ-waarde. Tevens wordt de heffingsambtenaar veroordeeld tot betaling van proceskosten en griffierecht aan eiser. De totale proceskostenvergoeding bedraagt € 550,25, en het griffierecht is vastgesteld op € 51,-. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.