Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 14 augustus 2025 in de zaak tussen
[eiser] , uit [woonplaats] , eiser,
de heffingsambtenaar van de gemeente [plaats] , verweerder
Procesverloop
1 januari 2022. Bij deze beschikking heeft de heffingsambtenaar aan eiser als eigenaar van dit object ook een aanslag onroerendzaakbelasting opgelegd, waarbij deze waarde als heffingsmaatstaf is gehanteerd.
16 januari 2024 heeft de heffingsambtenaar het bezwaar van eiser ongegrond verklaard en de WOZ-waarde van de woning gehandhaafd.
Overwegingen
€ 100,- per m².Als er uitgegaan zou worden van € 100,- per m² bij het object zou de waarde ook uitkomen op € 99.000,- waarbij de waarde van de opstallen nog niet zijn meegeteld. Ook dan had de heffingsambtenaar de waarde van het object aannemelijk gemaakt. Door uit te gaan van een totaalwaarde van € 99.000 (€ 78,61 per m² voor de oppervlakte is afgerond
€ 77.000,- en € 200,- per m² voor de opstallen is € 22.000,-) wordt duidelijk dat de waarde niet te hoog is vastgesteld.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
P.W. Hogenbirk, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 14 augustus 2025.