Uitspraak
1.de vennootschap onder firma [gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2] ,
[gedaagde sub 3] ,
[gedaagde sub 4],
[gedaagde sub 5],
1.De procedure
2.De beoordeling
.De proceskosten van [eisende partij] worden begroot op:
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 2 september 2025 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een buitenlandse werknemer, wonend in Turkije, en een vennootschap onder firma met meerdere vennoten. De werknemer, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. T. Esen, vorderde betaling van achterstallig salaris, vermeerderd met wettelijke verhogingen en rente. De gedaagde partijen, waaronder de vennootschap en haar vennoten, zijn niet verschenen in de procedure. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft en dat Nederlands recht van toepassing is, gezien de internationale aspecten van het geschil. De kantonrechter heeft de vorderingen van de werknemer toegewezen, met uitzondering van de wettelijke rente over de wettelijke verhoging, die vanaf een latere datum is toegewezen. De gedaagde partijen zijn veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 768,00. De kantonrechter heeft de onmiddellijke voorzieningen uitgesproken, waaronder de betaling van € 5.600,00 aan achterstallig loon en € 2.800,00 aan wettelijke verhoging, beide met wettelijke rente. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.