Uitspraak
1.De procedure
2.Het wrakingsverzoek
“
Hierbij wraak ik de wrakingskamer vanwege het niet toestaan van een hybride zitting.
Rechtbank Midden-Nederland
Op 1 september 2025 heeft verzoeker de wrakingskamer van de Rechtbank Midden-Nederland gewraakt. Dit verzoek werd niet op zitting behandeld, maar direct afgewezen op basis van artikel 2.4.2. onder h van het Wrakingsprotocol, omdat er sprake was van evident misbruik van recht. Verzoeker had eerder op 24 augustus 2025 mr. G. Schnitzler gewraakt, de behandelend rechter in de hoofdzaak. De onderbouwing van het wrakingsverzoek was dat de rechter had geweigerd een hybride zitting te houden. De wrakingskamer had verzoeker gevraagd om dit verzoek nader te onderbouwen, maar dit verzoek werd afgewezen. Verzoeker heeft vervolgens de wrakingskamer gewraakt, waarbij hij zijn onvrede over de afwijzing van de hybride zitting uitte. De wrakingskamer oordeelde dat het wrakingsverzoek niet kon worden ingewilligd, omdat het verzoek in feite een poging was om de beslissing van de wrakingskamer te omzeilen. De wrakingskamer legde verzoeker een verbod op om de wrakingskamer of haar leden opnieuw te wraken, om verdere vertraging van de procedure te voorkomen. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 4 september 2025.