In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 27 augustus 2025, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had beroep ingesteld omdat de Dienst Toeslagen niet tijdig had beslist op haar bezwaar tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag, ingediend op 5 september 2023. De rechtbank had eerder, op 16 augustus 2024, al geoordeeld dat de Dienst Toeslagen een besluit moest nemen voor 3 oktober 2024, maar deze termijn was verstreken zonder dat er een besluit was genomen. De rechtbank heeft besloten dat de Dienst Toeslagen alsnog binnen twee weken na de uitspraak een besluit op bezwaar moet nemen. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 453,50, en het door haar betaalde griffierecht van € 53,- moet ook worden vergoed. De rechtbank heeft in haar overwegingen verwezen naar eerdere rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, die een realistische beslistermijn van zestig weken heeft vastgesteld voor dergelijke zaken.