ECLI:NL:RBMNE:2025:4981

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
15 augustus 2025
Publicatiedatum
18 september 2025
Zaaknummer
16-083054-24
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van minderjarige verdachte voor meerdere straatroven en verboden wapenbezit in Utrecht

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 15 augustus 2025 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een minderjarige verdachte, geboren in 2008, die betrokken was bij meerdere straatroven in Utrecht in de zomer van 2023. De verdachte werd beschuldigd van het medeplegen van vijf berovingen in vereniging, waarbij geweld werd gebruikt tegen andere jongeren. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de ten laste gelegde feiten, waaronder de beroving van een Apple Watch en een armband, en het voorhanden hebben van een verboden nepvuurwapen. De rechtbank hield rekening met de lange duur van de procedure, die twee jaar had geduurd, en de kwetsbaarheid van de verdachte, die licht verstandelijk beperkt is. De straf werd gematigd, en de rechtbank legde een taakstraf op van 120 uur, waarvan 40 uur voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank benadrukte het belang van pedagogische waarde van de straf, vooral voor minderjarigen, en de positieve ontwikkeling van de verdachte sinds de feiten. Daarnaast werden schadevergoedingen toegewezen aan de benadeelde partijen voor de geleden schade door de berovingen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummers: 16/083054-24 (verder: zaak A) en 16/204703-24 (ter terechtzitting gevoegd, verder: zaak B).
Vonnis van de meervoudige kamer van 15 augustus 2025
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 2008 in [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres:
[adres] , [postcode] in [plaats] ,
hierna genoemd: [verdachte] .

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 1 juli 2025. Het onderzoek is op 15 augustus 2025 met toestemming van partijen gesloten door de enkelvoudige kamer van de rechtbank.
[verdachte] was bij de zitting op 1 juli 2025 aanwezig en heeft zich daarbij laten bijstaan door mr. M.H.H. Meulemeesters, advocaat in Zeist.
De ouders van [verdachte] waren ook aanwezig, evenals de deskundigen:
- [A] en [B] , gezinsvoogden van Save/WSG
- [C] van de Raad voor de kinderbescherming (verder: de Raad).
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie,
mr. S. Mirshahi, en van wat door [verdachte] en zijn raadsman, de ouders van [verdachte] en de deskundigen naar voren is gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De officier van justitie verdenkt [verdachte] ervan dat hij betrokken is geweest bij meerdere strafbare feiten. Deze verdenkingen staan beschreven in de tenlastelegging, die als bijlage is opgenomen in dit vonnis.
Kort gezegd, verdenkt de officier van justitie [verdachte] ervan dat hij:
Zaak A:
1
op 25 augustus 2023 in Utrecht samen met anderen met geweld een horloge heeft gestolen van [benadeelde 1] ;
2
op 1 juli 2023 in Utrecht samen met anderen een telefoon heeft afgeperst van [benadeelde 2] ;
3
op 1 juli 2023 in Utrecht samen met anderen met geweld een telefoon en een tas met inhoud heeft gestolen van [benadeelde 3] ;
4
op 1 juli 2023 in Utrecht samen met anderen met geweld een telefoon en een tas met inhoud heeft gestolen van [benadeelde 4] ;
5
op 25 augustus 2023 in Utrecht samen met anderen met geweld een armband heeft gestolen van [benadeelde 5] .
Zaak B:
op 11 maart 2024 te Utrecht een verboden nepvuurwapen voorhanden heeft gehad.

3.VOORVRAGEN

Voordat de rechtbank een oordeel kan geven over de vraag of [verdachte] de ten laste gelegde feiten heeft gepleegd, moet worden beoordeeld of aan de in de wet gestelde voorvragen is voldaan. Dat is het geval: de dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd om deze zaak te beoordelen, de officier van justitie mag [verdachte] vervolgen en er zijn geen redenen om de vervolging uit te stellen.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank ten aanzien van de in zaak A onder de feiten 1 en 5 ten laste berovingen op 25 augustus 2023.
De raadsman heeft vrijspraak bepleit ten aanzien van de onder de feiten 2, 3 en 4 ten laste gelegde berovingen op 1 juli 2023, vanwege gebrek aan bewijs. De raadsman heeft hierbij opgemerkt dat uit het dossier blijkt dat de telefoon van [verdachte] rond het tijdstip van deze berovingen gebruik maakt van een telefoonmast die in de buurt staat van zijn woning, en niet in de buurt van de plaats delict. Dit is een contra-indicatie dat [verdachte] bij deze berovingen betrokken is geweest, aldus de raadsman.
De raadsman heeft gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank ten aanzien van het in zaak B ten laste gelegde verboden wapenbezit.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
De gebruikte bewijsmiddelen
Voor de overzichtelijkheid van dit vonnis zijn de bewijsmiddelen opgenomen in bijlage II.
4.3.2
De bewijsoverwegingen
De rechtbank stelt op basis van de bewijsmiddelen het volgende vast.
4.3.2.1 De berovingen van [benadeelde 5] en [benadeelde 1] op 25 augustus 2023
Op 20 juni 2023 wordt door [verdachte] op WhatsApp de groepschat “ [groepsnaam] ” aangemaakt, met als andere deelnemers de destijds minderjarige medeverdachten [medeverdachte 1] (verder: [medeverdachte 1] ), [medeverdachte 2] (verder: [medeverdachte 2] ), [medeverdachte 3] (verder: [medeverdachte 3] ) en [medeverdachte 4] (verder: [medeverdachte 4] ).
Op 25 augustus 2023 vanaf 20.29 uur vragen [verdachte] en medeverdachte [medeverdachte 1] via de groepschat “ [groepsnaam] ” aan medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] om mee naar buiten te gaan. “Gewoon stalla mensen afpersen” schrijft [verdachte] , en medeverdachte [medeverdachte 2] schrijft: “Elke kkr tate word afgeperst”.
Op 25 augustus 2023 omstreeks 23.25 uur worden [benadeelde 5] (16 jaar oud) en zijn vrienden in park [park] lastig gevallen en geïntimideerd door vier jongens. Een van zijn vrienden wordt in het gezicht geslagen en van [benadeelde 5] wordt een armband afgepakt.
Medeverdachte [medeverdachte 2] heeft gefilmd wat er is gebeurd. Op de beelden is te horen dat er over een armband wordt gesproken en te zien dat [benadeelde 5] stevig in zijn nek aan de achterzijde wordt vastpakt door medeverdachte [medeverdachte 3] . Er wordt door medeverdachte [medeverdachte 3] gezegd: “Je wilt die armband toch”? Ook is te zien dat medeverdachte [medeverdachte 3] het slachtoffer een tik met zijn vlakke hand op zijn wang geeft. Er is te horen dat [benadeelde 5] zegt: “Ik hoef hem niet terug”. Ook medeverdachte [medeverdachte 1] wordt op de beelden herkend.
Een paar minuten later, op 25 augustus 2023 omstreeks 23.34 uur, worden [benadeelde 1] (16 jaar oud) en zijn vriend in hetzelfde park belaagd door dezelfde jongens. [benadeelde 1] wordt hierbij gevraagd om zijn Apple-horloge af te geven, en als hij dit niet wil doen wordt hij door alle vier de jongens geslagen en geschopt en wordt zijn horloge met kracht van zijn pols gerukt.
Ook dit slaan en schoppen is gefilmd door medeverdachte [medeverdachte 2] met zijn telefoon. Op de beelden is te zien dat [benadeelde 1] door meerdere personen wordt aangevallen, vastgepakt en geslagen. Op een gegeven moment ligt [benadeelde 1] op de grond waarbij hij schreeuwt, kennelijk vanwege de pijn. Hierbij houdt [benadeelde 1] zijn handen voor zijn gezicht.
Medeverdachte [medeverdachte 3] heeft verklaard dat hij die avond met medeverdachten [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] en [verdachte] in park [park] was en dat hij de armband van [benadeelde 5] heeft afgepakt. Ook heeft [verdachte] op de zitting verteld dat hij die avond met [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] in park [park] was en bekend dat hij te zien is op de beelden die medeverdachte [medeverdachte 2] heeft gemaakt.
[verdachte] zegt dat zijn bericht over het afpersen een grapje was. Verdachten hadden in de groepschat “ [groepsnaam] ” gesproken over het afpersen van “tate” (witte Nederlanders) die avond. Als het zo wordt afgesproken en het vervolgens gebeurt, was het duidelijk geen “grapje”, zoals [verdachte] zegt. Dat dit een serieus plan was blijkt ook uit een chatgesprek van diezelfde avond waarin medeverdachte [medeverdachte 2] tegen iemand buiten de groep ( [D] ) zegt “Als je wil kom. We gaan wel mensen afpersen”.
Op grond van het bovenstaande concludeert de rechtbank dat [verdachte] zich schuldig heeft gemaakt aan het onder de feiten 1 en 5 ten laste gelegde medeplegen van de berovingen van [benadeelde 1] en [benadeelde 5] op 25 augustus 2023 in park [park] in Utrecht.
4.3.2.2 De beroving van [benadeelde 2] , [benadeelde 3] en [benadeelde 4] op 1 juli 2023
Toen de verdachten waren aangehouden naar aanleiding van de berovingen op 25 augustus 2023, is besloten nader onderzoek te doen naar soortgelijke feiten. Daaruit bleek dat op 1 juli 2023 een soortgelijke diefstal met geweld had plaatsgevonden in park [park] .
Op 1 juli 2023 omstreeks 23.00 uur worden [benadeelde 2] (19 jaar oud), [benadeelde 3] (17 jaar oud) en [benadeelde 4] (17 jaar oud) in park [park] in Utrecht door drie jongemannen onder dreiging met een mes beroofd van hun telefoons en tassen. Deze drie jongemannen rennen na de beroving weg in de richting van de Dafne Schippersbrug over het Amsterdam-Rijnkanaal. Een motoragent rijdt na de melding om 23.07 uur naar de Dafne Schippersbrug en blijft daar ongeveer vijf minuten posten. Wanneer hij geen personen ziet die hij als verdachte aanmerkt, rijdt hij verder over de Dafne Schippersbrug naar de aangevers in park [park] .
In de groepschat “ [groepsnaam] ” vindt vanaf 23.38 uur een gesprek plaats tussen [verdachte] en medeverdachten [medeverdachte 1] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] . Uit dit gesprek wordt het volgende duidelijk:
- [verdachte] en medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 4] , dus in totaal drie personen, hebben kort daarvoor samen iets gedaan, waarvoor [verdachte] misschien is opgepakt en waarover niet over de groepschat in detail mag worden gesproken;
- Er is onder meer een telefoon en een tas gepakt;
- medeverdachte [medeverdachte 4] was bang voor een motoragent die over een brug reed en de hele tijd keek.
Uit de zendmastgegevens over de telefoons van medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 4] blijkt dat hun telefoons op 1 juli 2023 vóór de berovingen voor het laatst (omstreeks 22.34 uur) gebruik maken van dezelfde telefoonmast, aan de oostzijde van Amsterdam-Rijnkanaal, in de buurt van park [park] .
Om 23.12 en 23.21 uur, kort na de berovingen, maken hun telefoons gebruik van telefoonmasten die zich bevinden aan de westzijde van het Amsterdam-Rijnkanaal, in de buurt of in het verlengde van de Dafne Schippersbrug. Dit terwijl hun beider woningen zich bevinden aan de oostzijde van het Amsterdam-Rijnkanaal.
De raadsman heeft opgemerkt dat in het proces-verbaal van relaas staat vermeld dat de telefoon van [verdachte] omstreeks het tijdstip van de berovingen gebruik heeft gemaakt van een zendmast die in de buurt staat van zijn woning aan de [straat 1] , en niet in de buurt van park [park] . De rechtbank leidt dit niet af uit de onderliggende data van de telefoongegevens. De politie heeft gekeken naar waar de telefoon heeft aangestraald tussen 01 juli 2023 22:33:59 uur en 02 juli 2023 om 00:09:27 uur. De eerste registratie in die periode is op 1 juli 2023 om 23:55:53. [1] Toen maakte de telefoon inderdaad gebruik van een zendmast die in de buurt van zijn woning aan de [straat 1] staat. Dit betekent dat er geen telefoongegevens van [verdachte] zijn rond 23:00 uur, het moment dat de berovingen plaatsvinden. Naar het oordeel van de rechtbank is dit niet ontlastend, maar ook niet belastend.
[verdachte] mengt zich na de beroving aanvankelijk niet in de groepschat “ [groepsnaam] ”, waardoor zijn medeverdachten vermoeden dat hij is opgepakt. Pas enige tijd na de beroving, te weten op 2 juli 2023 om 0.06 uur, mengt hij zich weer in de groepschat met de mededelingen dat hij was achtervolgd en een tas en een telefoon heeft gepakt. Zijn telefoon maakt dan gebruik van de zendmast in de buurt van zijn woning. [2]
Volgens de rechtbank blijkt uit het chatgesprek in combinatie met de zendmastgegevens van de telefoons van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 4] , dat [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 4] de diefstallen met geweld hebben gepleegd. De rechtbank wordt gesterkt in haar interpretatie van het chatgesprek doordat in de groepschat “ [groepsnaam] ” na 1 juli 2023 meermalen wordt gechat over “mensen afpersen”. Zo schrijft medeverdachte [medeverdachte 2] op 7 juli 2023 in de groepschat: “K kom in de avond. Gaan we mensen afpersen. In [park] ”. [3] Ook wordt op 25 augustus 2023 via deze groepschat afgesproken om naar buiten te gaan om mensen af te persen, waarna twee berovingen plaatsvinden die qua tijdstip (rond 23.00 uur), locatie (park [park] ), slachtoffers (recreërende jongeren) en daderssignalement (meerdere in het zwart geklede jongemannen) overeenkomsten vertonen met de berovingen op 1 juli 2023. [4]
[verdachte] heeft, zich tegenover de politie beroepen op zijn zwijgrecht. Op de zitting heeft hij alleen verklaard dat hij niets te maken had met de berovingen op 1 juli 2023 en dat zijn chatberichten in de groepschat “ [groepsnaam] ” op 1 juli 2023 als grapje waren bedoeld. De rechtbank vindt deze verklaring niet aannemelijk, gelet op de inhoud van deze chatberichten en van de chatberichten van de overige deelnemers aan de groepschat.
De rechtbank vindt verder bovenstaande onderzoeksresultaten dermate belastend, dat het uitblijven van een aannemelijke ontlastende verklaring voor deze resultaten door [verdachte] , bijdraagt aan de conclusie dat deze ontlastende verklaring er niet is, en dat [verdachte] zich schuldig heeft gemaakt aan het onder de feiten 2, 3 en 4 ten laste gelegde medeplegen van de berovingen van [benadeelde 2] , [benadeelde 3] en [benadeelde 4] op 1 juli 2023 in park [park] in Utrecht.
4.3.2.3 Het verboden wapenbezit op 11 maart 2024
[verdachte] heeft op de zitting bekend dat hij op 11 maart 2024 een verboden gasdrukwapen, dat sprekend lijkt op een vuurwapen, voorhanden heeft gehad.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte] :
Zaak A:
1
op 25 augustus 2023 te Utrecht, tezamen en in vereniging met anderen, een Apple Watch SE, die aan [benadeelde 1] toebehoorde, heeft weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [benadeelde 1] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, door
- die [benadeelde 1] aan te spreken en te zeggen “Blijf even staan, ik wil je wat vragen”, en
- die [benadeelde 1] te blijven volgen, en
- die [benadeelde 1] van achteren tegen zijn been te schoppen, en
- om die [benadeelde 1] heen te gaan staan, en
- die [benadeelde 1] vast te pakken, en
- steeds harder te proberen de Apple Watch van de pols van die [benadeelde 1] te trekken, en
- die [benadeelde 1] meermalen in het gezicht te slaan en te stompen, waardoor die [benadeelde 1] op de grond viel, en
- die [benadeelde 1] op de grond meermalen tegen het hoofd en lichaam te slaan en schoppen, en
- de Apple Watch van de pols van die [benadeelde 1] te trekken;
2
op 1 juli 2023 te Utrecht, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door geweld en bedreiging met geweld [benadeelde 2] heeft gedwongen tot de afgifte van een telefoon, te weten een Samsung A52, die aan die [benadeelde 2] toebehoorde, door:
- op die [benadeelde 2] af te rennen, en
- die [benadeelde 2] bij de nek/keel te pakken, en
- een mes te tonen en dit mes tegen het been van die [benadeelde 2] te houden, en
- tegen die [benadeelde 2] te zeggen dat hij zijn telefoon en portemonnee moest afgeven;
3
op 1 juli 2023 te Utrecht, tezamen en in vereniging met anderen, een telefoon, te weten een iPhone SE, en een tas, met daarin een portemonnee, een bankpas, een identiteitskaart, een OV-chipkaart, sleutels, diverse make-up- en drogisterij producten, die aan [benadeelde 3] toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [benadeelde 3] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, door
- op die [benadeelde 3] af te rennen en daarbij te roepen “telefoon, telefoon, telefoon”, of woorden van gelijke aard of strekking, en
- aan de trui van die [benadeelde 3] te trekken, waardoor die [benadeelde 3] van het bankje werd getrokken, en
- de telefoon uit de trui van die [benadeelde 3] te pakken, en
- de tas van die [benadeelde 3] te pakken;
4
op 1 juli 2023 te Utrecht, tezamen en in vereniging met anderen, een tas, met daarin een telefoon, te weten een iPhone X, een bankpas, een identiteitskaart, een OV-chipkaart, Airpods, sleutels en make-up producten, die aan [benadeelde 4] toebehoorden, heeft
weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl
deze diefstal werd vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [benadeelde 4] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, door
- op die [benadeelde 4] af te rennen en daarbij te roepen “Geef jullie telefoon”, of woorden van gelijke aard of strekking, en
- aan het riempje van de tas van die [benadeelde 4] te trekken, waardoor het riempje scheurde, en
- een mes te tonen;
5
op 25 augustus 2023 te Utrecht tezamen en in vereniging met anderen, een armband die aan [benadeelde 5] toebehoorde, heeft weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd vergezeld door geweld en bedreiging met geweld tegen die [benadeelde 5] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, door:
- om die [benadeelde 5] heen te gaan staan, en
- die [benadeelde 5] bij de nek vast te pakken, en
- die [benadeelde 5] in het gezicht te slaan, en
- de arm van die [benadeelde 5] vast te pakken en de armband van de pols van die [benadeelde 5] te trekken, en
- tegen die [benadeelde 5] te zeggen “Rij weg dan”, of woorden van gelijke strekking, en
- de achterkant van de fiets van die [benadeelde 5] vast te blijven houden en de achterband leeg te laten lopen.
Zaak B:
op 11 maart 2024 te Utrecht een wapen van categorie I, onder 7° van de Wet wapens en munitie, te weten een door de Minister van Justitie en Veiligheid aangewezen voorwerp dat zodanig op een wapen geleek dat deze voor bedreiging of afdreiging geschikt was, namelijk een gasdrukwapen, voorhanden heeft gehad.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. [verdachte] is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. [verdachte] wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

Gedragingen zijn volgens de wet alleen strafbaar als er geen rechtvaardigingsgrond voor die gedragingen bestaat. Als een verdachte zich kan beroepen op zo’n rechtvaardigingsgrond is zijn gedrag niet in strijd met het recht. Niet is gebleken dat er zo’n rechtvaardigingsgrond voor de door [verdachte] gepleegde feiten bestond. De door [verdachte] gepleegde feiten zijn dus strafbaar.
De wet noemt de door [verdachte] gepleegde feiten:
zaak A, feit 1:
diefstal vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
zaak A, feit 2:
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
zaak A, feit 3
diefstal vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
zaak A, feit 4
diefstal vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
zaak A, feit 5
diefstal vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
zaak B:
handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
De raadsman heeft in zaak A bepleit om bij een bewezenverklaring van de feiten 2, 3 en 4 deze te kwalificeren als eendaadse samenloop in de zin van artikel 55 Sv of voortgezette handeling in de zin van artikel 56 Sv, omdat het hier gaat om een samenhangend feitencomplex waarbij [verdachte] in wezen één verwijt wordt gemaakt.
De rechtbank volgt dit pleidooi niet, omdat het in zaak A bij de feiten 2, 3 en 4 wel gaat om een samenhangend feitencomplex, maar [verdachte] hierbij niet slechts één verwijt kan worden gemaakt. [verdachte] heeft immers niet slechts één, maar drie slachtoffers beroofd en schade toegebracht.

7.STRAFBAARHEID VAN [verdachte]

Verdachten zijn volgens de wet alleen strafbaar als zij geen beroep kunnen doen op een schulduitsluitingsgrond. Als een verdachte zich kan beroepen op een schulduitsluitingsgrond is zijn gedrag niet verwijtbaar. Niet is gebleken dat [verdachte] een beroep kan doen op zo'n schulduitsluitingsgrond. [verdachte] is dus strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd [verdachte] ter zake van het door haar bewezen geachte te veroordelen tot:
- een jeugddetentie van 4 maanden, geheel voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar, met de voorwaarden zoals geadviseerd door de Raad;
- een taakstraf in de vorm van een werkstraf van 150 uren, indien niet of niet naar behoren verricht te vervangen door 75 dagen jeugddetentie.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit het advies van de Raad te volgen en aan [verdachte] bij een bewezenverklaring een voorwaardelijke jeugddetentie en een werkstraf op te leggen. De door de officier van justitie geëiste werkstraf van 150 uur is echter te hoog. Ter onderbouwing daarvan heeft de raadsman het volgende aangevoerd.
De redelijke termijn waarbinnen een jeugdstrafzaak dient te worden afgedaan is in zaak A met ruim een half jaar overschreden. Sinds het ten laste gelegde heeft [verdachte] zich positief ontwikkeld, zo blijkt ook uit het rapport van de Raad en de bijdragen van de ouders en de deskundigen op de zitting. Ten slotte is [verdachte] nog niet eerder veroordeeld voor strafbare feiten, wat moet leiden tot strafmatiging.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
8.3.1
De straatroven in park [park]
Inleiding
In de zomer van 2023 zijn er in het Utrechtse park [park] op twee dagen meerdere straatroven gepleegd, waarbij vijf jonge jongens in beeld zijn gekomen. De rechtbank doet vandaag uitspraak in de strafzaken tegen deze vijf verdachten, die allemaal veroordeeld worden.
De rechtbank legt aan de vijf verdachten verschillende straffen op. Zij zijn namelijk niet allemaal bij alle straatroven betrokken geweest. En ieder van hen heeft zijn eigen persoonlijke omstandigheden waar de rechtbank rekening mee houdt. Maar de rechtbank vindt het wel belangrijk dat de verdachten begrijpen hoe voor iedereen tot een straf is gekomen die de rechtbank passend vindt. Met andere woorden: de rechtbank wil zo goed mogelijk laten zien hoe de verschillende straffen zich tot elkaar verhouden.
De rechtbank zal eerst uitleggen hoe zij naar de verschillende straatroven kijkt en welke straf zij daarbij in algemene zin passend vindt. Vervolgens zal de rechtbank in de afzonderlijke vonnissen voor iedere verdachte uitleggen of er redenen zijn om van dat algemene uitgangspunt af te wijken en dus of er een hogere of lagere straf moet worden opgelegd.
De ernst van de straatroven
Wat de vijf verdachten hebben gedaan is heel erg en zij zijn daarvoor verantwoordelijk.
Op 25 augustus 2023 zijn kort na elkaar twee straatroven gepleegd, waarbij steeds een jonge man is beroofd. Op 1 juli 2023 is een straatroof gepleegd, waarbij drie jonge mensen zijn beroofd. Uit niets blijkt dat de gestolen spullen zijn teruggegeven. Bij al deze straatroven is geweld gebruikt en op 1 juli 2023 is zelfs met een mes gedreigd. Met name bij de tweede straatroof op 25 augustus 2023 is veel geweld gebruikt: het slachtoffer [benadeelde 1] is door vier verdachten geslagen en, nadat hij op de grond lag, nog weer geslagen en geschopt.
De slachtoffers waren ’s avonds in het park en de berovingen moeten voor hen heel beangstigend zijn geweest. Zij kunnen zich hierdoor nog lang onveilig voelen, wat ook blijkt uit de toelichting op de schadevergoedingen die worden gevraagd. De straatroven in park [park] zijn destijds ook in het nieuws geweest en zorgen ervoor dat ook andere mensen zich op straat onveilig voelen. De verdachten hebben als groep gehandeld, wat het voor de slachtoffers en anderen in het park extra beangstigend maakt.
Het lijkt erop dat de vijf verdachten in hun groepschat van tevoren plannen maakten om mensen te gaan beroven. Zij hebben alleen gedacht aan hun eigen voordeel en helemaal niet aan hoe het voor de slachtoffers moet zijn om zo’n gewelddadige straatroof mee te maken. Geen van de verdachten heeft écht verantwoordelijkheid genomen voor wat zij hebben gedaan. Sommigen van hen hebben erkend dat zij erbij waren of dat zij een klap hebben gegeven, maar niemand heeft bekend dat er spullen zijn meegenomen.
De strafzaken hebben lang geduurd
Het heeft twee jaar geduurd voordat de rechtbank de strafzaken over deze straatroven heeft behandeld. Dat komt onder andere door de vele zaken die de rechtbank moet behandelen. Dat het zo lang heeft geduurd, vindt de rechtbank heel onwenselijk, vooral omdat vier van de vijf verdachten minderjarig waren in de zomer van 2023. De vijfde verdachte was toen nog maar net 18. Het is altijd belangrijk dat iemand direct merkt wat de gevolgen zijn als hij of zij een fout maakt. Maar voor kinderen en jongvolwassenen is dat nóg belangrijker, omdat zij nog dingen moeten leren. Dat wordt de pedagogische waarde van een straf genoemd en de jeugdreclassering heeft daar in deze zaken ook op gewezen.
Een jeugdstrafrechtzaak moet binnen een termijn van 16 maanden worden afgedaan en dat is hier dus niet gelukt. De straffen die de rechtbank zal opleggen, hebben na zo’n lange tijd minder zin. De verdachten leren daar minder van, ook omdat zij in de tussentijd verder zijn gegaan met hun leven en er alweer van alles gebeurd is. De rechtbank zal hiermee rekening houden, door de straffen te verminderen. Maar de rechtbank zal wel onvoorwaardelijke straffen opleggen, anders dan de jeugdreclassering in sommige zaken adviseert. De verdachten hebben alle vijf straf verdiend, ook na deze lange tijd.
Het uitgangspunt voor deze straatroven
Strafrechters gebruiken landelijke oriëntatiepunten voor straffen, om ervoor te zorgen dat voor vergelijkbare misdrijven een vergelijkbare straf wordt opgelegd. Als een minderjarige een straatroof pleegt, is het oriëntatiepunt een werkstraf van 60 uren. Vanwege het geweld dat is gebruikt en het handelen als groep, vindt de rechtbank een hogere werkstraf van 80 uur voor ieder van deze straatroven passend. Daarbij ziet de rechtbank de straatroven op 25 augustus 2023 als twee losse gevallen. En de rechtbank ziet de straatroof van de drie slachtoffers op 1 juli 2023 als één geval.
De rechtbank vindt vervolgens dat deze straf per straatroof moet worden gehalveerd, omdat de strafzaken zo lang hebben geduurd. De conclusie is dus dat een werkstraf van 40 uur voor iedere straatroof in algemene zin een passende straf is in deze zaken.
8.3.2
De straf voor [verdachte]
deed mee aan de berovingen op 25 augustus en op 1 juli 2023. Het startpunt voor [verdachte] straf is dan ook een werkstraf van 120 uur (3x 40).
Uit het strafblad van [verdachte] blijkt dat hij niet eerder is veroordeeld. [verdachte] strafblad is daarom geen reden om een hogere straf op te leggen.
Bij [verdachte] is een licht verstandelijke beperking vastgesteld. [verdachte] is daardoor kwetsbaar voor beïnvloeding door antisociale contacten. Bovendien wordt hij als gevolg van deze beperking snel overvraagd, waarbij hij snel in de aanval of verdediging kan schieten. Dit is reden om een lagere straf op te leggen.
De rechtbank houdt rekening met de ontwikkeling die [verdachte] de afgelopen tijd heeft laten zien. In 2024 nog had [verdachte] vaak contact met de politie en met probleemjongeren en konden zijn ouders geen grip meer op hem krijgen. De Raad voor de Kinderbescherming en de jeugdreclassering waren bang dat [verdachte] zou afglijden. [verdachte] is uit huis geplaatst, is daarna gestabiliseerd en is begin dit jaar weer bij zijn ouders gaan wonen. Sinds dat moment heeft hij een flinke verbetering laten zien op verschillende gebieden. Hij heeft geen contact meer met ‘verkeerde vrienden’. De rechtbank vindt het belangrijk dat hij op deze weg door blijft gaan en aan zijn toekomst kan werken. Ook dit is een reden om de straf te verlagen. De rechtbank zal dat doen door een deel van de werkstraf als voorwaardelijke straf op te leggen. Dat betekent dat [verdachte] dat deel van de werkstraf niet hoeft te doen, als hij tijdens de proeftijd geen nieuwe strafbare feiten pleegt. Er is geen reden om bijzondere voorwaarden op te leggen, omdat [verdachte] al voldoende hulp krijgt via de ondertoezichtstelling en via zijn ouders.
Alles overwegende vindt de rechtbank de volgende straf passend voor [verdachte] : een werkstraf van 120 uur, waarvan 40 uur voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.

9.BESLAG

Onder [verdachte] is in zaak B het volgende voorwerp in beslag genomen (genummerd en omschreven volgens de beslaglijst van 27 juni 2025 in het dossier van zaak B):
- 2) 1 STK Hashish (Omschrijving: PL0900-2024078122-G3312593).
9.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de hasj te onttrekken aan het verkeer.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangegeven geen bezwaar te hebben tegen de onttrekking aan het verkeer van de hasj.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de in beslag genomen hasj onttrekken aan het verkeer. Dit voorwerp is van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang.

10.BENADEELDE PARTIJEN

Benadeelde partij [benadeelde 3]
heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 1.545,52. Dit bedrag bestaat uit een vergoeding van € 545,52 voor materiële schade en een vergoeding van € 1.000,- voor immateriële schade, die zij stelt te hebben geleden als gevolg van de aan [verdachte] onder feit 3 ten laste gelegde beroving.
Benadeelde partij [benadeelde 4]
heeft zich als benadeelde partij in het geding gevoegd en vordert een bedrag van € 257,60. Dit bedrag bestaat uit een vergoeding voor materiële schade, die zij stelt te hebben geleden als gevolg van de aan [verdachte] onder feit 4 ten laste gelegde beroving.
10.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat beide vorderingen in zijn geheel moeten worden toegewezen.
10.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich primair op het standpunt gesteld dat beide benadeelde partijen niet-ontvankelijk moeten worden verklaard in hun vordering, vanwege de bepleite vrijspraak.
Subsidiair heeft de raadsman zich ten aanzien van de vordering van [benadeelde 4] gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Ten aanzien van de vordering van [benadeelde 3] heeft de raadsman verzocht de toe te kennen vergoeding voor de gestolen telefoon te matigen, omdat deze telefoon blijkens de onderbouwing ten tijde van de diefstal al drie jaar oud was. Ten aanzien van de gevorderde vergoeding van immateriële schade heeft de raadsman verzocht deze te matigen, omdat deze schade onvoldoende is onderbouwd.
10.3
Het oordeel van de rechtbank
10.3.1
Benadeelde partij [benadeelde 3]
De rechtbank stelt vast dat de benadeelde partij [benadeelde 3] schade heeft geleden als gevolg van de onder feit 3 bewezenverklaarde beroving door [verdachte] en zijn mededaders.
Materiële schade
De rechtbank acht de gevorderde vergoeding voor materiële schade toewijsbaar, met uitzondering van de gevraagde vergoeding van € 480,88 voor de gestolen Apple iPhone SE 2020. Omdat uit de onderbouwing blijkt dat deze telefoon in 2020 is gekocht, schat de rechtbank de waarde hiervan ten tijde van de pleegdatum op 1 juli 2023 op € 250,-. De gevraagde vergoeding voor materiële schade wordt daarmee toegekend tot een bedrag van
€ 314,64.
Immateriële schade
De benadeelde partij [benadeelde 3] heeft ook aanspraak gemaakt op vergoeding van immateriële schade.
In de onderbouwing van deze vordering is een verwijsbrief opgenomen van een psychiater, waaruit blijkt dat bij de benadeelde partij door de beroving PTSS is veroorzaakt.
De rechtbank concludeert hieruit dat de benadeelde partij door de beroving psychische schade heeft opgelopen. De rechtbank zal daarom, in de bewoordingen van artikel 6:106 lid 1 sub b, van het Burgerlijk Wetboek een aantasting in de persoon “op andere wijze” aannemen.
De rechtbank ziet wel reden om de toe te kennen vergoeding te matigen tot € 600,-, vanwege de bedragen die binnen de rechtspraak in vergelijkbare gevallen worden toegekend.
Het toe te wijzen bedrag en de wettelijke rente
De rechtbank zal de vordering dus voor een totaalbedrag van € 914,64, hoofdelijk, toewijzen.
Dit bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 juli 2023 tot de dag van volledige betaling.
[verdachte] zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Schadevergoedingsmaatregel
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van de benadeelde partij aan [verdachte] hoofdelijk de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van
€ 914,64, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 1 juli 2023 tot de dag van volledige betaling. Bij gebreke van betaling en verhaal wordt geen gijzeling toegepast omdat [verdachte] nog minderjarig is.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.
10.3.2
Benadeelde partij [benadeelde 4]
De rechtbank stelt vast dat de benadeelde partij [benadeelde 4] schade heeft geleden als gevolg van de onder feit 4 bewezenverklaarde beroving door [verdachte] en zijn mededaders.
Het toe te wijzen bedrag en de wettelijke rente
De rechtbank acht de vordering van € 257,60 voor materiële schade in zijn geheel toewijsbaar en zal deze hoofdelijk toewijzen.
Dit bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 juli 2023 tot de dag van volledige betaling.
[verdachte] zal ook worden veroordeeld in de kosten die deze benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Schadevergoedingsmaatregel
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van de benadeelde partij aan [verdachte] hoofdelijk de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van
€ 257,60, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 1 juli 2023 tot de dag van volledige betaling. Bij gebreke van betaling en verhaal wordt geen gijzeling toegepast omdat [verdachte] nog minderjarig is.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partij.

11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 36f, 77a, 77g, 77i, 77m, 77n, 77x, 77y, 77z, 77aa, 77gg, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

12.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt [verdachte] daarvan vrij.
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart [verdachte] strafbaar.
Oplegging straf
- veroordeelt [verdachte] tot een taakstraf in de vorm van
een werkstraf van 120 (honderdtwintig) uren;
- bepaalt dat van de werkstraf een gedeelte van
40 (veertig) uur niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders gelast op grond van het feit dat [verdachte] de hierna te melden algemene voorwaarde niet heeft nageleefd;
- stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren vast;
- beveelt dat, als de verdachte het onvoorwaardelijk deel van de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, vervangende jeugddetentie zal worden toegepast van 40 dagen;
- beveelt dat, als de verdachte het voorwaardelijk deel van de taakstraf bij tenuitvoerlegging niet naar behoren heeft verricht, vervangende jeugddetentie zal worden toegepast van 20 dagen;
- als algemene voorwaarde geldt dat [verdachte] :
 zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Beslag
- verklaart het volgende voorwerp onttrokken aan het verkeer (genummerd en omschreven volgens de beslaglijst van 27 juni 2025 in het dossier van zaak B):
2) 1 STK Hashish (Omschrijving: PL0900-2024078122-G3312593.
Benadeelde partij [benadeelde 3] (feit 3)
  • wijst de vordering van [benadeelde 3] toe tot een bedrag van € 914,64, bestaande uit een vergoeding van € 314,64 voor materiële schade en een vergoeding van € 600,- voor immateriële schade;
  • veroordeelt [verdachte] hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde 3] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 juli 2023 tot de dag van de algehele voldoening;
  • verklaart [benadeelde 3] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
  • veroordeelt [verdachte] ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt [verdachte] de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 3] aan de Staat
€ 914,64 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 juli 2023 tot de dag van de volledige betaling. Bij gebreke van betaling en verhaal wordt geen gijzeling toegepast;
- bepaalt dat [verdachte] van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededaders:
 [medeverdachte 1] (parketnummer: 16/082994-24)
 A. [medeverdachte 4] (parketnummer: 16/083031-24)
op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde partij dan wel aan de Staat heeft vergoed.
Benadeelde partij [benadeelde 4] (feit 4)
  • wijst de vordering van [benadeelde 4] toe tot een bedrag van € 257,60, bestaande uit een vergoeding voor materiële schade;
  • veroordeelt [verdachte] hoofdelijk tot betaling aan [benadeelde 4] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 juli 2023 tot de dag van de algehele voldoening;
  • veroordeelt [verdachte] ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt [verdachte] de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [benadeelde 4] aan de Staat
€ 257,60 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 juli 2023 tot de dag van de volledige betaling. Bij gebreke van betaling en verhaal wordt geen gijzeling toegepast;
- bepaalt dat [verdachte] van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededaders:
 [medeverdachte 1] (parketnummer: 16/082994-24)
 A. [medeverdachte 4] (parketnummer: 16/083031-24)
op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde partij dan wel aan de Staat heeft vergoed.
Dit vonnis is gewezen door mr. K. de Meulder, voorzitter, en mr. O. Böhmer en mr. S.E. van den Brink, (kinder)rechters, in tegenwoordigheid van A. van der Zwan, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 15 augustus 2025.
De jongste rechter is verhinderd dit vonnis te ondertekenen.
Bijlage I: de tenlastelegging
Aan [verdachte] wordt ten laste gelegd dat:
1
hij op of omstreeks 25 augustus 2023 te Utrecht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een Apple Watch SE, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan [benadeelde 1] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde 1] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij
betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- die [benadeelde 1] aan te spreken en te zeggen “Blijf even staan, ik wil je wat vragen”, en/of
- die [benadeelde 1] te (blijven) volgen, en/of
- die [benadeelde 1] (van achteren) tegen zijn been te schoppen, en/of
- om die [benadeelde 1] heen te gaan staan, en/of
- die [benadeelde 1] vast te pakken, en/of
- ( steeds harder) te proberen de Apple Watch van de pols van die [benadeelde 1] te trekken, en/of
- die [benadeelde 1] (meermalen) in het gezicht te slaan en/of stompen, waardoor die [benadeelde 1] op de grond viel, en/of
- die [benadeelde 1] (op de grond) (meermalen) tegen het hoofd en/of lichaam te slaan en/of schoppen, en/of
- de Apple Watch van de pols van die [benadeelde 1] te trekken;
(art 310 Wetboek van Strafrecht, art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht)
2
hij op of omstreeks 1 juli 2023 te Utrecht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [benadeelde 2] heeft gedwongen tot de afgifte van een telefoon, te weten een Samsung A52, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan die [benadeelde 2] en/of een derde toebehoorde(n), door
- op die [benadeelde 2] af te rennen, en/of
- die [benadeelde 2] bij de nek/keel te pakken, en/of
- een mes te tonen en/of dit mes tegen het been van die [benadeelde 2] te houden, en/of
- tegen die [benadeelde 2] te zeggen dat hij zijn telefoon en/of portemonnee moest afgeven;
(art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht, art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 317 lid 3 Wetboek van Strafrecht)
3
hij op of omstreeks 1 juli 2023 te Utrecht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een telefoon, te weten een iPhone SE, en/of een tas, (met daarin) een portemonnee, een bankpas, een identiteitskaart, een OV-chipkaart, sleutels, diverse make-up- en/of drogisterij producten, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 3] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)
toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde 3] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- op die [benadeelde 3] af te rennen en/of (daarbij) te roepen “telefoon, telefoon, telefoon”, of woorden van gelijke aard en/of strekking, en/of
- aan de trui van die [benadeelde 3] te trekken, waardoor die [benadeelde 3] van het bankje werd getrokken, en/of
- de telefoon uit de trui van die [benadeelde 3] te pakken, en/of
- de tas van die [benadeelde 3] te pakken;
(art 310 Wetboek van Strafrecht, art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht)
4
hij op of omstreeks 1 juli 2023 te Utrecht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een tas, (met daarin) een telefoon, te weten een iPhone X, een bankpas, een identiteitskaart, een OV-chipkaart, Airpods, sleutels, en/of make-up producten, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 4] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl
deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde 4] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- op die [benadeelde 4] af te rennen en/of (daarbij) te roepen “Geef jullie telefoon”, of woorden van gelijke aard en/of strekking, en/of
- aan het riempje van de tas van die [benadeelde 4] te trekken, waardoor het riempje scheurde, en/of
- een mes te tonen;
(art 310 Wetboek van Strafrecht, art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht)
5
hij op of omstreeks 25 augustus 2023 te Utrecht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een armband, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan [benadeelde 5] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde 5] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op
heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- om die [benadeelde 5] heen te gaan staan, en/of
- die [benadeelde 5] bij de nek/keel vast te pakken, en/of
- die [benadeelde 5] in het gezicht te slaan, en/of
- de arm van die [benadeelde 5] vast te pakken en/of de armband van de pols van die [benadeelde 5] te trekken, en/of
- tegen die [benadeelde 5] te zeggen “Rij weg dan”, of woorden van gelijke aard en/of strekking, en/of
- de achterkant van de fiets van die [benadeelde 5] vast te (blijven) houden en/of de achterband leeg te laten lopen;
(art 310 Wetboek van Strafrecht, art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht)
Bijlage II: De bewijsmiddelen [5]

1.De bewijsmiddelen ten aanzien van zaak A, de feiten 1 en 5

Aangever [benadeelde 5] heeft onder meer het volgende verklaard:
Op vrijdag 25 augustus 2023 omstreeks 23:00 uur, bevond ik mij met vrienden in het Park [park] te Utrecht.
Ik zag dat er vier jongens naar ons toe kwamen lopen.
Ik zag dat er twee jongens bij [E] gingen staan. Ik zag dat één van de jongens met een vlakke hand in het gezicht van [E] sloeg.
Ik zag dat de twee jongens toen naar mij toe kwam. Ik zag dat de andere twee jongens aan mijn linkerzijde stonden. Ik zag dat er één jongen rechts naast mij stond en ik zag dat er één jongen voor mij stond.
Ik hoorde dat één van de jongens die aan mijn linkerzijde stond aan mij vragen of ik een cadeautje voor hem had. Ik had om mijn linker pols een armband. [6] Ik zag en ik voelde dat de jongen mijn linkerarm beetpakte en mijn armband van mijn arm wilde halen. Ik probeerde hem tegen te houden door met mijn rechterhand zijn hand vast te pakken zodat hij mijn armband niet kon pakken. Het lukte mij niet om zijn hand tegen te houden en zo schoof de jongen mijn armband van mijn linker pols af.
Ik zag dat de jongen met mijn armband in zijn linkerhand, in zijn linker broekzak ging.
Ik hoorde de jongens tegen mij zeggen: “Rij weg dan” of woorden van gelijke strekking. Toen ik wilde wegrijden voelde ik dat mijn fiets vanachter werd vastgehouden. Ik hoorde opeens een sissend geluid van een leeglopende band. Toen de jongens mijn fiets loslieten was de achterband van mijn fiets helemaal plat.
Mijn vrienden en ik zijn toen allemaal weggefietst.
Eén van de jongens heeft mijn armband nog.
Ik heb ook nog een klap in mijn nek gehad. Dit was geen harde klap maar was wel pijnlijk. [7]
Aangever [benadeelde 1] heeft onder meer het volgende verklaard:
Op vrijdag 25 augustus 2023 omstreeks 23:20 uur was ik Park [park] . Ik was daar met een vriend van mij, [getuige] genaamd.
We liepen een rondje door het park en zagen daar een groep van 4 jongens staan. Ik zag dat 3 jongens te voet waren en 1 had een fiets bij zich. Ik zag en hoorde dat ze een andere groep jongeren aan het irriteren waren. Ik zag dat ze over en weer wat aan het duwen en trekken waren.
Omstreeks 23:30 uur liepen [getuige] en ik aan de westkant van het park. Wederom zag ik de vier jongens op ons aflopen. Ik herkende ze omdat van de 4 jongens er 1 met een fiets was. Ze waren in de leeftijd van 14-15 jaar. Ik zag dat ze allen donker haar hadden en donkere kleding droegen. [8]
Ik hoorde één van de jongens zeggen: “Blijf even staan, ik wil je wat vragen?” Omdat ik het niet vertrouwde liepen [getuige] en ik verder in westelijke richting. Ik zag dat de jongens ons bleven volgen.
Ineens voelde ik dat ik van achteren werd geschopt. Vervolgens draaide ik mij om. Ik zag dat de vier jongens om mij heen kwamen staan. Ze waren op mij gefocust.
Hierna zag en voelde ik dat één van de jongens mijn Apple Watch van mijn pols probeerde te trekken. Ik zag dat hem dit niet lukte. Vervolgens zag en voelde ik dat hij harder begon te trekken aan het bandje.
Ik verzette mij door de jongen van mij af te duwen.
Ik zag en voelde dat de jongens mij met zijn vieren met hun vuisten begonnen te slaan.
Ik voelde dat ik in mijn gezicht werd geraakt. Onder andere op mijn lip.
Kort hierna zag en voelde ik dat ik op de grond viel.
Terwijl ik op de grond lag zag en voelde ik dat de jongens hard op mij in sloegen en trapten. Ik voelde dat ik ook op mijn hoofd en op mijn lichaam werd geraakt. Ik deed mijn armen voor mijn hoofd om mij te beschermen. In totaal ben ik tientallen keren geslagen en getrapt.
Uiteindelijk voelde ik dat één van de jongens mijn Apple Watch van mijn pols trok en wegnam.
Hierna zag ik dat drie van de jongens wegrenden en eentje wegfietste.
Nu bijna 2 uur na het incident voel ik pijn aan mijn kaken en links op mijn achterhoofd. Boven mijn linkeroog heb ik een bult van 1 bij 1 centimeter. Op mijn linkerpols heb ik een rode striem omdat ze met geweld mijn horloge van mijn pols hebben getrokken. [9]
Getuige [getuige] heeft onder meer het volgende verklaard:
Vandaag, vrijdag 25 augustus 2023 omstreeks 23.30 uur bevond ik mij samen met [benadeelde 1] in Park [park] in Utrecht.
Eerst kwamen er 2 jongens naar ons toe. Deze jongens zeiden: Blijf eens staan!
Ik zag dat er toen 2 andere jongens aan kwamen lopen. Zij hielden ons tegen. Wij stonden met onze rug naar bosjes en de jongens stonden op het pad. Als wij weg wilden lopen bewogen ze met ons mee zodat we er niet weg konden.
Eén van de jongens vroeg aan [benadeelde 1] : “Heb je een horloge om?”
[benadeelde 1] had om zijn linker pols een horloge maar gaf deze niet. De dikkere jongen pakte [benadeelde 1] bij zijn trui vast. [10] Ik zag dat hij [benadeelde 1] met zijn rechtervuist op de mond sloeg. Ik zag dat dit met kracht ging. Ik hoorde 1 van de jongens nog zeggen: “Niets doen, ik pak mijn mes”.
Ik zag dat alle 4 de jongens begonnen te vechten met [benadeelde 1] . Ze sloegen [benadeelde 1] vooral op zijn gezicht.Ik zag dat [benadeelde 1] op de grond viel. Toen [benadeelde 1] op de grond lag werd hij nog geschopt door alle 4 de jongens.
Ik zag dat dat jongens stopten met schoppen en slaan en wegrenden richting het grotere pad. Ik hoorde [benadeelde 1] zeggen dat zijn Apple-watch gestolen was. [11]
Medeverdachte [medeverdachte 3] heeft onder meer het volgende verklaard:
O: Je bent aangehouden voor een straatroof die op vrijdag 25 augustus 2023 is gepleegd. A: Ik was met de fiets, de andere drie waren zonder fiets. We zagen twee jongens. Daarna was het een soort van een ruzietje. Tussen hun twee en ons vier.
Ik weet dat de jongen op de grond lag met zijn handen voor zijn gezicht. Ik zag zijn horloge aan zijn pols. [12]
V: Behoorde [medeverdachte 2] bij een van de jongens waarmee de ruzie begon?
A: Ja.
V: Hoorde [verdachte] ook bij het groepje?
A: Ja.
[medeverdachte 1] was er ook bij. [13]
Ik heb geslagen tijdens die ruzie. Ik ging mee in het gevecht. [14]
Medeverdachte [medeverdachte 2] heeft onder meer het volgende verklaard:
In het park [park] kwamen we twee jongens tegen. Een van mijn vrienden sprak de twee jongens aan. Hij zei: “Hé jongens kom eens hier”. Mijn vriend zag dat één van de jongens een Apple watch had. Hij zei tegen de jongen: “Geef mij die Apple watch”. [15]
V: Kun je ons vertellen hoe [medeverdachte 1] de aangever heeft geslagen?
A: Hij heeft getrokken en geduwd en op zijn lichaam geslagen met zijn vuist.
V: Kun je ons vertellen hoe [verdachte] de aangever heeft geslagen?
A: Eigenlijk precies hetzelfde. [16]
De politie Midden-Nederland heeft onder meer het volgende gerelateerd:
Op de telefoon van verdachte [medeverdachte 2] werden 5 video-opnamen aangetroffen, die waren gedateerd op 25 augustus 2023 tussen 23.25 en 23.35 uur. [17] Ik trof hierbij twee video-opnamen aan van 25 augustus 2023 om 23.34 uur en om 23.35 uur, waarop te zien was dat een persoon in een witte trui door enkele jongens werd aangevallen.
Ik herkende de persoon in de witte trui direct als het slachtoffer [benadeelde 1] van de beroving van 25 augustus 2023 in [park] .
Op de beelden is samengevat te zien, dat het slachtoffer [benadeelde 1] door meerdere personen wordt aangevallen, vastgepakt en geslagen. Op een gegeven moment ligt het slachtoffer op de grond waarbij hij kennelijk schreeuwt vanwege de pijn. Hierbij houdt het slachtoffer zijn handen voor zijn gezicht. [18]
Ik zag drie opnamen van 23.25 uur, 23.27 uur en 23.28 uur, waarop te zien was dat enkele jongeren werden gefilmd, terwijl zij werden aangesproken door jongens met een buitenlands accent. Deze opnamen zijn opgeslagen en genaamd [bestandsnaam 1] , [bestandsnaam 2] en [bestandsnaam 3] .
Op de beelden van [bestandsnaam 1] is een blanke jongen in beeld met een bruine trui. Een stem is te horen die twee keer zegt: “waarom ga je me slaan man?”
Op [bestandsnaam 2] is een blanke jongen met een wit petje in beeld.
Op [bestandsnaam 3] is dezelfde blanke jongen met witte pet in beeld, vermoedelijk het slachtoffer van de beroving. Er is te horen dat een stem met buitenlands accent zegt: “2 seconden om weg te gaan”. Er wordt ook met accent gesproken over een armband. Het woord armband is een paar keer te horen. Een jongen die voor het vermoedelijke slachtoffer staat, komt goed in beeld met zijn gezicht. Ik zag dat deze jongen qua gezicht geheel overeen komt met het uiterlijk van verdacht [medeverdachte 3] . Ik noem deze persoon verder [medeverdachte 3] .
Op de beelden is te zien dat het slachtoffer stevig in zijn nek aan de achterzijde wordt vastpakt door [medeverdachte 3] . Er wordt door [medeverdachte 3] gezegd: “Je wilt die armband toch”? Ook is te zien dat [medeverdachte 3] het slachtoffer een tikje met zijn vlakke hand op zijn wang geeft. [19] Er is te horen dat het vermoedelijke slachtoffer zegt: “Ik hoef hem niet terug”. Dan wordt er tegen het slachtoffer gezegd: “Niet van die domme dingen zeggen”. Er wordt aan het slachtoffer gevraagd wat zijn afkomst is. Op de achtergrond is een stem te horen: “Hey [benadeelde 5] , [benadeelde 5] wij gaan hoor”. Deze naam komt overeen met de voornaam van de aangever.
Op deze video-opname is behalve verdachte [medeverdachte 3] , nog kort een tweede verdachte in beeld, verdachte 2 genoemd. Het uiterlijk van het gezicht van deze verdachte 2 komt overeen met het uiterlijk van verdachte [medeverdachte 1] . De kleding van verdachte 2 met een rood en wit logo is ook te zien in de video van de beroving van het horloge. [20]
Medeverdachte [medeverdachte 2] heeft bij de politie onder meer het volgende verklaard:
O: We hebben videofragmenten gevonden van de beroving van het horloge, die op jouw telefoon waren opgeslagen.
Ik laat je de twee video’s zien van je telefoon. [21] V: Waar is dat filmpje gemaakt?
A: [park] .
V: Wat en wie zie je op de tweede video?
A: Een jongen die wordt geslagen.
V: Wat is jouw betrokkenheid daarbij?
A: Een klap uitgedeeld. [22] Ik sloeg hem terwijl ik filmde.
O: Er is een video van 25 augustus 2023, op jouw telefoon, waarop te zien is dat er een jongen met een wit petje op door jullie groepje wordt lastiggevallen. Hij wordt uiteindelijk ook van iets beroofd.
V: Wat deed jij toen deze jongen beroofd werd?
A: Filmen.
V: Was dit voor of na de beroving van het horloge?
A: Dat was er voor. [23]
Medeverdachte [medeverdachte 3] heeft onder meer het volgende verklaard:
O: In de onderzochte telefoons zijn filmpjes aangetroffen. Die zal ik je nu tonen.
V: Wie is de jongen met de witte pet?
A: Dat is [benadeelde 5] . Het ging over een armband.
V: Hoe heb jij die armband dan van [benadeelde 5] afgepakt?
A: Ik dacht ik ga even verder. Ik gaf hem een klapje. Ik heb hem niet hard geslagen. [24]
V: Op de video is te zien dat jij met je hand om de nek van [benadeelde 5] gaat. Had jij toen dat armbandje al?
A: Volgens mij wel.
O: Dit was op dezelfde avond als de beroving van het horloge, op 25 augustus 2023. Kan jij je dit herinneren?
A: Ik denk dat dat met het armbandje voor het gevecht met dat horloge ging.
O: Hij heeft de beelden ook gezien en hij verklaarde dat de jongen die hem vastpakt ook degene was die zijn armband heeft gepakt. Wat is je reactie hierop?
A: Het klopt. [25]
[verdachte] heeft ter zitting op 1 juli 2025 het volgende verklaard:
Ik herken mijzelf op de video’s die [medeverdachte 2] op 25 augustus 2023 van [benadeelde 1] en [benadeelde 5] heeft gemaakt. Ik herken ook mijn Adidas-traningspak op de video’s. Ik was erbij betrokken.
De politie Midden-Nederland heeft onder meer het volgende gerelateerd, zakelijk weergegeven:
Met betrekking tot de gebruikte telefoonnummers in onder andere chatgesprekken komt de volgende informatie naar voren:
- Verdachte [medeverdachte 2] verklaarde bij het verhoor, dat hij te bereiken was op het telefoonnummer [telefoonnummer 1] . Dit telefoonnummer komt ook naar voren in de gegevens van zijn telefoon.
- Verdachte [verdachte] verklaarde bij het verhoor, dat hij te bereiken was op het telefoonnummer [telefoonnummer 2] . Dit telefoonnummer komt ook naar voren in de gegevens van zijn telefoon.
- Verdachte [medeverdachte 3] verklaarde bij het verhoor, dat hij te bereiken was op telefoonnummer [telefoonnummer 3] . Dit telefoonnummer komt ook naar voren in de gegevens van zijn telefoon.
- Verdachte [medeverdachte 1] verklaarde bij het verhoor, dat het telefoonnummer van de telefoon die onder hem in beslag genomen was, het telefoonnummer [telefoonnummer 4] had. [26] - Het telefoonnummer [telefoonnummer 5] is bekend in het politiesysteem BVH bij de volgende persoon: [medeverdachte 4] , geboren op [geboortedatum 2] 2005 te [geboorteplaats] . Ik zag in het politiesysteem Basisvoorziening Handhaving (BVH) onder andere, dat deze persoon in 2022 bij een verhoor onder procesnummer PL0900-2022327029 dit telefoonnummer heeft opgegeven, waarop hij bereikbaar was. [27]
Onderzoek telefoon [verdachte]
Op zondag 27 augustus 2023 deed ik onderzoek in de telefoon van verdachte [verdachte] .
Ik zag dat de volgende namen in de Whatsapp groep zitten:
[gebruikersnaam 1] – de [verdachte] .
[gebruikersnaam 2] – [telefoonnummer 1] .
[gebruikersnaam 3] – [telefoonnummer 3] .
[gebruikersnaam 4] – [telefoonnummer 4] .
[gebruikersnaam 5] – [telefoonnummer 5] . [28]
Ik las de onderstaande berichten. De berichten waar geen naam bij staat in dit proces-verbaal van bevindingen waren berichten die zijn gestuurd vanaf de telefoon die ik aan het bekijken was.
Vrijdag (
de rechtbank begrijpt: vrijdag 25 augustus 2023):
20.29
uur
1. [gebruikersnaam 4] : Ey
2 - Jo
3 - Roep mensen
20.3
uur
4 - Buiten
5 - [gebruikersnaam 4] : [medeverdachte 2] kom buiten [gebruikersnaam 3] . En achie.
6 - Kom stalla
10 - [gebruikersnaam 4] : Kom na eten vandaag word aan aub. Ik ga kk veel chaos. [29]
20.31
uur
16 - [gebruikersnaam 2] : Niffo k heb geen zin we sijn elke kkr dag buiten
20.32
uur
18 - Gewoon stalla mensen afpersen (noot verbalisant: bericht als reactie op bericht 16).
19 - [gebruikersnaam 4] : Dat is jiet elke dag
20 - [gebruikersnaam 2] : Ja knweet
20.33
uur
33 - [gebruikersnaam 4] : Komen jullie??
20.34
uur
34 - Ik wel
35 - [gebruikersnaam 4] : Aii soldaat
38 - [gebruikersnaam 3] : ja (noot verbalisant: bericht als reactie op bericht 33).
40 - [gebruikersnaam 2] : Vandaag we gaan iedereen dood slaan
42 - [gebruikersnaam 2] : Dat jullie jet weten
43 - [gebruikersnaam 4] : Hahahaha isg niffo [30]
45 - [gebruikersnaam 2] : Elke kkr tate word afgeperst [31]
21.05
uur
98 - [gebruikersnaam 4] : Kom niffo
102 - [gebruikersnaam 2] : Ben onderweg
21.06
uur
103 - [gebruikersnaam 3] : Ben er bijna
104 - [gebruikersnaam 2] : K ook
23.44
uur
105 - [gebruikersnaam 3] : Ey drerrie alles goed nigh
106 - [gebruikersnaam 3] : Zijn jullie gepakt
107 - [gebruikersnaam 3] : Reageer eh kanker hoeren [32]
Onderzoek telefoon medeverdachte [medeverdachte 3]
Op woensdag 27 september 2023 onderzocht ik de uitgelezen telefoon van verdachte [medeverdachte 3] [33]
Bijlage 7 report betreft een deel uit een chat tussen [telefoonnummer 3] ( [gebruikersnaam 6] ) verdachte [medeverdachte 3] en [telefoonnummer 6] ( [G] ) op 26 augustus 2023.
Op pagina 819 is te lezen dat [medeverdachte 3] aan [G] , die hij neef noemt, vraagt of hij gehoord heeft over die overval op die jongen in Oog in Al . [G] zegt nee.
Dan zegt [medeverdachte 3] : “Ik heb die gezet, Staat op nieuws alles”.
[G] vraagt of er buit gepakt is.
[medeverdachte 3] zegt: “Dure horloge”. [34]

2.De bewijsmiddelen ten aanzien van zaak A, de feiten 2, 3 en 4

Aangever [benadeelde 2] heeft onder meer het volgende verklaard:
Op zaterdag 1 juli 2023, omstreeks 23:00 uur, zat ik samen met twee vriendinnen genaamd [benadeelde 4] (
de rechtbank begrijpt: [benadeelde 4]) en [benadeelde 3] (
de rechtbank begrijpt: [benadeelde 3]) in het park genaamd park [park] te Utrecht.
Uit het niets zag ik vervolgens drie mannen aan komen rennen. Ik zag dat alle mannen in het zwart gekleed waren en een capuchon en een mondkapje op hadden.
Ik zag dat alle drie de mannen naar ons toe renden. Ik zag dat één van de mannen mij bij mijn keel pakte. Ik zag dat één van de andere mannen een mes in zijn hand had. Ik zag dat hij dit mes op mijn rechterbeen hield.Ik zag dat dit een uitklap mes was, ik zag dat dit kartels had aan het begin van het lemmet. Het lemmet was ongeveer tien centimeter lang. [35] Ik hoorde de mannen zeggen dat ik mijn telefoon en portemonnee moest geven. Ik gaf snel mijn telefoon en zei erbij dat ik net uit mijn werk kwam en mijn portemonnee niet bij mij had. Ik zag dat ze vervolgens ook de tasjes van mijn vriendinnen pakten. Ik zag dat ze vervolgens weer wegrenden via de weg waar ze vandaan gekomen waren.
De mannen hebben mijn telefoon weggenomen bij deze straatroof. Dit betreft een Samsung A52. [36]
Aangeefster [benadeelde 3] heeft onder meer het volgende verklaard:
Uit het niets zag ik drie jongens uit het donker aan komen rennen. [37] Ik hoorde de jongens: “Telefoon, telefoon, telefoon!” schreeuwen. Ik zag dat één van de jongens op [benadeelde 2] af liep. Ik zag dat de jongen [benadeelde 2] bij zijn nek vastpakte. Eén van de andere jongens liep op mij af en trok aan mijn hoodie waardoor ik van het bankje afgetrokken werd. De jongen pakte mijn telefoon uit mijn zak van mijn hoodie.
Mijn telefoon kan ik als volgt omschrijven: iPhone SE 2020.
Mijn handtas is ook gestolen. Mijn handtas lag op het bankje. Eén van de jongens pakte mijn handtas van het bankje af. Ik had de volgende spullen in mijn tas liggen:
- portemonnee, met daarin onder andere mijn bankpas van ING, identiteitskaart, OV-chipkaart, los kleingeld, huissleutel en fietssleutel;
- mascara;
- wimperkruller;
- labello;
- deodorant;
- haarborstel. [38]
Aangeefster [benadeelde 4] heeft onder meer het volgende verklaard:
Ik zag plotseling drie jongens uit het donker aan komen rennen. [39] Ik hoorde de jongens: “Geef jullie telefoon!” schreeuwen. Ik hoorde de jongens ons bedreigen. Wij wilden eerst onze telefoons niet geven. Ik zag dat één van de jongens op [benadeelde 2] (
de rechtbank begrijpt: [benadeelde 2] )af liep. Ik zag dat de jongen [benadeelde 2] bij zijn nek vastpakte. Eén van de jongens kwam op mij af en trok aan het riempje van mijn tas. Ik had mijn tas over mijn schouder heen hangen. Doordat de jongen aan het riempje van mijn tas trok scheurde het riempje en pakte de jongen mijn tas af. In mijn tas had ik onder andere de volgende spullen;
- huissleutel;
- fietssleutel;
- pakje shag JP 60 gram;
- make-up spiegel;
- eyeliner;
- lippenstift;
- airpods;
- telefoon iPhone X.
Achter mijn telefoonhoesje had ik de volgende pasjes zitten:
- identiteitskaart op naam van mij;
- bankpas;
- OV-chipkaart.
Eén van de jongens had ook een mes bij zich. Het mes kwam tegen mijn arm aan toen de jongen mijn tas kapot trok. [40]
De politie Midden-Nederland heeft onder meer het volgende gerelateerd:
Op zaterdag 1 juli 2023, om 23:05 uur, kregen wij de melding te gaan naar park [park]
te Utrecht. Aldaar had net een straatroof plaatsgevonden. De melder gaf aan dat
drie mannen in het zwart gekleed weg waren gerend richting de Dafne Schippersbrug. [41]
Verbalisant [verbalisant] heeft onder meer het volgende gerelateerd:
Op zaterdag 1 juli 2023 omstreeks 23:00 uur was ik in uniform gekleed bezig met surveillance in het gebied Utrecht-Zuid. Ik was als motorrijder voor het Operationeel Centrum beschikbaar onder het roepnummer 44.10.
Omstreeks 23:07 uur van voornoemde dag kreeg ik een melding van een beroving in het park [park] te Utrecht. Hierbij zouden 3 personen met maskers en een mes een beroving hebben gepleegd. Hierbij zouden tassen en telefoons zijn meegenomen. De personen zouden zwarte kleding dragen en mogelijk capuchons en mondkapjes. De verdachten zouden na de beroving richting de Dafne Schippersbrug in Utrecht zijn gerend.
Hierna reed ik vanaf Winkelcentrum Kanaleneiland richting de Dafne Schippersbrug, om de mogelijke verdachten te kunnen onderscheppen.
Binnen enkele minuten reed ik de Dafne Schippersbrug op in de richting van Leidsche Rijn.
Vervolgens heb ik mij verdekt opgesteld in het gebied Leidsche Rijn met zicht op de Dafne Schippersbrug.
Na een vijftal minuten ben ik weer weggereden in de richting van het [park] park, waar ik de eenheid 44.04 trof welke in gesprek waren met de slachtoffers van de beroving. [42]
De politie Midden-Nederland heeft onder meer het volgende gerelateerd:
Met betrekking tot de gebruikte telefoonnummers in onder andere chatgesprekken komt de volgende informatie naar voren:
- Verdachte [medeverdachte 2] verklaarde bij het verhoor, dat hij te bereiken was op het telefoonnummer [telefoonnummer 1] . Dit telefoonnummer komt ook naar voren in de gegevens van zijn telefoon.
- Verdachte [verdachte] verklaarde bij het verhoor, dat hij te bereiken was op het telefoonnummer [telefoonnummer 2] . Dit telefoonnummer komt ook naar voren in de gegevens van zijn telefoon.
- Verdachte [medeverdachte 3] verklaarde bij het verhoor, dat hij te bereiken was op telefoonnummer [telefoonnummer 3] . Dit telefoonnummer komt ook naar voren in de gegevens van zijn telefoon.
- Verdachte [medeverdachte 1] verklaarde bij het verhoor, dat het telefoonnummer van de telefoon die onder hem in beslag genomen was, het telefoonnummer [telefoonnummer 4] had. [43] - Het telefoonnummer [telefoonnummer 5] is bekend in het politiesysteem BVH bij de volgende persoon: [medeverdachte 4] , geboren op [geboortedatum 2] 2005 te [geboorteplaats] . Ik zag in het politiesysteem Basisvoorziening Handhaving (BVH) onder andere, dat deze persoon in 2022 bij een verhoor onder procesnummer PL0900-2022327029 dit telefoonnummer heeft opgegeven, waarop hij bereikbaar was. [44]
De politie Midden-Nederland heeft onder meer het volgende gerelateerd:
Op maandag 4 september 2023 onderzocht ik de uitgelezen telefoon van verdachte [medeverdachte 2] . [45] Ik zag een groepschat op whatsapp met de naam “ [groepsnaam] ”, met de volgende gebruikers:
[telefoonnummer 2] [gebruikersnaam 7] (admin)
[telefoonnummer 3] [gebruikersnaam 3] (admin)
[telefoonnummer 4] [gebruikersnaam 8] (admin)
[telefoonnummer 1] ( [gebruikersnaam 6] ) (admin)
[telefoonnummer 5]
Ik zag een systeem melding van 20-6-2023 om 13.37 uur:
[gebruikersnaam 7] ( [accountnaam] ) created group “ [groepsnaam] ”.
Ik zag in deze groepschat onder andere de volgendeconversatie op/vanaf 01/07/2023 23.38 uur:
[telefoonnummer 5] : “Yooo”
[telefoonnummer 3] [gebruikersnaam 3] : “Jo”
[telefoonnummer 5] : “ [verdachte] ; Ben je d'r”
[telefoonnummer 4] [gebruikersnaam 8] : “Waar is [verdachte] ; Shitt”
[telefoonnummer 5] : “Reageert hij niet?”
[telefoonnummer 4] [gebruikersnaam 8] : “Neeman”
[telefoonnummer 3] [gebruikersnaam 3] : “Van hem; Tellie staat uit”
[telefoonnummer 4] [gebruikersnaam 8] : “Hij is gepakt denk ik”
[telefoonnummer 5] : “Kkr zooi”
[telefoonnummer 3] [gebruikersnaam 3] : “Weet niet wat er is gebeurd”
[telefoonnummer 5] : “Zijn ouders gaan mij sws snitchen”
[telefoonnummer 5] : “Hij heeft mijn nummer alles”
[telefoonnummer 4] [gebruikersnaam 8] : “Ey. Niet hier takkie” [46] [telefoonnummer 5] : “Tmm”
[telefoonnummer 4] [gebruikersnaam 8] : “ [gebruikersnaam 3] ”
[telefoonnummer 4] [gebruikersnaam 8] : “Hooi [verdachte] snel eruit; Nuuu”
[telefoonnummer 5] : “Ja man snel ff”
[telefoonnummer 3] [gebruikersnaam 3] : “Dat heeft geen zin; Maar ik doe t wel”
[telefoonnummer 4] [gebruikersnaam 8] : “Doe jongee” [47]
Ik zag onder andere, de volgende chat conversatie op/vanaf 1 juli 2023 om 23.52 uur:
[telefoonnummer 5] : “Ey Serva; Als je d'r uit gaat geen zin; Ziet hij alsnog”
[telefoonnummer 3] [gebruikersnaam 3] : “Ja daarom”
[telefoonnummer 4] [gebruikersnaam 8] : “Ibahesj langs mn osso”;
Hierbij merk ik op dat Ibahesj straattaal is voor politie en osso is straattaal voor huis.
[telefoonnummer 5] : “staan ze voor???”
[telefoonnummer 3] [gebruikersnaam 3] : “Kan niet zo snel gebeuren”
[telefoonnummer 5] : “Gaan ze aanbellen???”
[telefoonnummer 4] [gebruikersnaam 8] : “Free mij”
[telefoonnummer 5] : “Staan ze stil?”
[telefoonnummer 4] [gebruikersnaam 8] : “Jamann”
[telefoonnummer 5] : “Aii naaaa” [48] [telefoonnummer 5] : “Serva niffo niet bang maken”
[telefoonnummer 3] [gebruikersnaam 3] : “Jullie maken ons juist bang; Jullie zeggen niet wat er gebeurd”.
[telefoonnummer 5] : “Kan nu niet”
[telefoonnummer 4] [gebruikersnaam 8] : “We zeggen in het echt”
[telefoonnummer 5] : “Zij ze weg gereden en Hebben ze aangebeld bij jou”
[telefoonnummer 4] [gebruikersnaam 8] : “Noman. Ze stonden 5 min stil; Daarna reden ze loessoe; Naar die plek”
[telefoonnummer 4] [gebruikersnaam 8] : “ [gebruikersnaam 3] Is het heet in je buurt? Met iba”
[telefoonnummer 3] [gebruikersnaam 3] : “Neeman”
[telefoonnummer 4] [gebruikersnaam 8] : “Sg”
einde chat 2-7-2023 00:03:32(UTC+2). [49]
Op 02/07/2023 00.06 uur komt er in de groepsschat “ [groepsnaam] ” een bericht van
[telefoonnummer 2] [gebruikersnaam 7] : “Ik had achtervolging”
[telefoonnummer 5] : “HAHAHAHAH”
[telefoonnummer 3] [gebruikersnaam 3] : “Hahahahahahaha”
[telefoonnummer 5] : “Broer; Wij waren bijna de lul”
[telefoonnummer 2] [gebruikersnaam 7] : “Hoe”
[telefoonnummer 5] : “Motor agent reed langs ons; Keek hele tijd; Als we samen waren waren we de lul”
[telefoonnummer 2] [gebruikersnaam 7] : “Ja pik”
[telefoonnummer 5] : “We gingen over brug hij reed langs; Maar hij ging eerst naar die mensen”
[telefoonnummer 2] [gebruikersnaam 7] : “Maar mogen stalla hè”
[telefoonnummer 5] : “Jaa; We hebben die dingen buiten; Jij moet met Serva in ochtend halen; Snel snel”
[telefoonnummer 2] [gebruikersnaam 7] : “Waar”
[telefoonnummer 5] : “Serva zegt wel; Wat heb jij gepakt”
[telefoonnummer 2] [gebruikersnaam 7] : “Tel en hele tas; Hahaha”
Medeverdachte [medeverdachte 3] heeft onder meer het volgende verklaard:
O: Wij hebben een aantal berichten gelezen van een Whatsapp groep waar jij mogelijk ook in zit. Ik ga daar een paar vragen over stellen. Wie zitten in de Whatsapp-groep “ [groepsnaam] ”?
A: Ik, [verdachte] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] .
O: In de appgroep heb je getypt: “Gekke Serva” na een audiobericht. Wat bedoel je daarmee?
A: Dat is gewoon [medeverdachte 1] . [50]
De politie Midden-Nederland heeft onder meer het volgende gerelateerd:
Op bevel van de officier van justitie zijn de historische telefoongegevens van de verdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 4] opgevraagd.
Telefoon [medeverdachte 4] :Uit de gegevens is gebleken dat de telefoon van [medeverdachte 4] op 1 juli 2023 omstreeks 22:34 uur de telefoonmast van de [straat 2] te Utrecht aanstraalde.
De melding van de diefstal met geweld in park [park] was 1 juli 2023 omstreeks 23:07 uur. In de melding is aangegeven dat de vluchtroute van de verdachten richting de Dafne Schippersbrug te Utrecht was.
Uit de historische telefoongegevens bleek dat de telefoon van [medeverdachte 4] op 1 juli 2023 omstreeks 23:12 uur de telefoonmast van de [straat 3] te Utrecht aanstraalde. De [straat 3] te Utrecht bevindt zich in de wijk de Leidse Rijn en ligt in de directe omgeving van de Dafne Schippersburg te Utrecht. [51]
Telefoon [medeverdachte 1] :Uit de gegevens is gebleken dat de telefoon van [medeverdachte 1] op 1 juli 2023 omstreeks 22:34 uur de telefoonmast van de [straat 2] te Utrecht aanstraalde.
De melding van de diefstal met geweld in park [park] was 1 juli 2023 omstreeks 23:07 uur. In de melding is aangegeven dat de vluchtroute van de verdachten richting de Daphne Schippersbrug te Utrecht was.
Uit de historische telefoongegevens bleek dat de telefoon van [medeverdachte 1] op 1 juli 2023 omstreeks 23:21:08 uur de telefoonmast van de [straat 4] te Utrecht aanstraalde. De [straat 4] te Utrecht bevindt zich aan de overzijde van het Amsterdam-Rijnkanaal te Utrecht en ligt in het verlengde van de Dafne Schippersburg te Utrecht. [52]
3. De bewijsmiddelen ten aanzien van zaak B [53]
Verdachte heeft het in zaak B ten laste gelegde feit bekend. De raadsman heeft geen vrijspraak voor dit feit bepleit. De rechtbank volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de volgende bewijsmiddelen:
  • de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 1 juli 2025;
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 12 maart 2024, genummerd PL0900-2024078122-2, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, doorgenummerde pagina 5 e.v.;
  • een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 19 maart 2024, genummerd PL0900-2024078122-6, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, doorgenummerde pagina 8 e.v.

Voetnoten

1.Zie pagina 518 van het dossier.
2.Zie het Excel-overzicht van de gegevens over de telefoon van [verdachte] op pagina 518.
3.Zie pagina 998 en 999 van het dossier.
4.Zie over de berovingen op 25 augustus 2023 de aangiftes van [benadeelde 5] (pag. 253 e.v.) en [benadeelde 1] (pag. 30 e.v.) en het proces-verbaal van bevindingen over het onderzoek naar de telefoon van medeverdachte [verdachte] (pag. 145 e.v.)
5.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers, zijn dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Tenzij anders vermeld, zijn deze in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. De bewijsmiddelen zijn zakelijk weergegeven. Tenzij anders aangegeven, zijn de hierna volgende processen-verbaal als bijlagen opgenomen bij het proces-verbaal van 12 maart 2024 met nummer PL0900-2023258746, doorgenummerd pagina 1 tot en met 2798, opgemaakt door de politie, Eenheid Midden-Nederland.
6.Proces-verbaal aangifte, pag. 353.
7.Proces-verbaal aangifte, pag. 354.
8.Proces-verbaal aangifte, pag. 30.
9.Proces-verbaal aangifte, pag. 31.
10.Proces-verbaal van verhoor getuige, pag. 38.
11.Proces-verbaal van verhoor getuige, pag. 39.
12.Proces-verbaal van verhoor minderjarige verdachte, pag. 156.
13.Proces-verbaal van verhoor minderjarige verdachte, pag. 158.
14.Proces-verbaal van verhoor minderjarige verdachte, pag. 398.
15.Proces-verbaal van verhoor minderjarige verdachte, pag. 60.
16.Proces-verbaal van verhoor minderjarige verdachte, pag. 63.
17.Proces-verbaal van bevindingen, pag. 359.
18.Proces-verbaal van bevindingen, pag. 217.
19.Proces-verbaal van bevindingen, pag. 359.
20.Proces-verbaal van bevindingen, pag. 360.
21.Proces-verbaal van verhoor minderjarige verdachte, pag. 387.
22.Proces-verbaal van verhoor minderjarige verdachte, pag. 388.
23.Proces-verbaal van verhoor minderjarige verdachte, pag. 389.
24.Proces-verbaal van verhoor minderjarige verdachte, pag. 399.
25.Proces-verbaal van verhoor minderjarige verdachte, pag. 400.
26.Proces-verbaal van bevindingen, pag. 192.
27.Proces-verbaal van bevindingen, pag. 193.
28.Proces-verbaal van bevindingen, pag. 145.
29.Proces-verbaal van bevindingen, pag. 116.
30.Proces-verbaal van bevindingen, pag. 117.
31.Proces-verbaal van bevindingen, pag. 118.
32.Proces-verbaal van bevindingen, pag. 120.
33.Proces-verbaal van bevindingen, pag. 207.
34.Proces-verbaal van bevindingen, pag. 209, in combinatie met de bijlage op pagina 2728.
35.Proces-verbaal aangifte, pag. 244.
36.Proces-verbaal aangifte, pag. 245.
37.Proces-verbaal aangifte, pag. 249.
38.Proces-verbaal aangifte, pag. 250.
39.Proces-verbaal aangifte, pag. 256.
40.Proces-verbaal aangifte, pag. 257.
41.Proces-verbaal van bevindingen, pag. 278.
42.Proces-verbaal van bevindingen, pag. 271.
43.Proces-verbaal van bevindingen, pag. 192.
44.Proces-verbaal van bevindingen, pag. 193.
45.Proces-verbaal van bevindingen, pag. 195.
46.Proces-verbaal van bevindingen, pag. 197.
47.Proces-verbaal van bevindingen, pag. 198.
48.Proces-verbaal van bevindingen, pag. 196.
49.Proces-verbaal van bevindingen, pag. 197.
50.Proces-verbaal van bevindingen, pag. 161.
51.Proces-verbaal van bevindingen, pag. 347, in combinatie met de bijlage op pagina 512.
52.Proces-verbaal van bevindingen, pag. 348, in combinatie met de bijlage op pagina 516.
53.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers, zijn dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Tenzij anders vermeld, zijn deze in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. De bewijsmiddelen zijn zakelijk weergegeven. Tenzij anders aangegeven, zijn de hierna volgende processen-verbaal als bijlagen opgenomen bij het proces-verbaal van 5 juli 2024 met nummer PL0900-2024078122, doorgenummerd pagina 1 tot en met 40, opgemaakt door de politie, Eenheid Midden-Nederland.