Beoordeling door de rechtbank
8. Het Uwv heeft beslist dat eiser geen recht heeft op uitbetaling van een WW-uitkering, omdat hij verwijtbaar werkloos is doordat hij zelf ontslag heeft genomen om naar Curaçao te verhuizen. Eiser weerspreekt niet dat hij verwijtbaar werkloos is, maar hij vindt dat het Uwv heeft toegezegd dat hij een WW-uitkering zou krijgen en dat hij schade heeft geleden nu die uitkering niet tot uitbetaling komt.
Heeft het Uwv het vertrouwensbeginsel geschonden?
9. Eiser voert aan dat het Uwv het vertrouwensbeginsel heeft geschonden, omdat hij door het KCC is doorverbonden met een medewerker van de internationale afdeling die hem heeft verteld dat hij recht heeft op een WW-uitkering. Omdat eiser hierop heeft vertrouwd, heeft hij niet gezocht naar tijdelijk werk, waardoor hij financiële schade heeft geleden. Het Uwv geeft in reactie aan dat medewerkers van het KCC geen toezeggingen kunnen doen over uitkeringen. Een aanvraag moet namelijk eerst worden beoordeeld door de afdeling die daarover gaat.
10. Voor een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel is volgens vaste rechtspraak vereist dat eiser aannemelijk maakt dat van de zijde van de overheid toezeggingen of andere uitlatingen zijn gedaan of gedragingen zijn verricht waaruit hij in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs kon en mocht afleiden of en zo ja, hoe het bestuursorgaan in een concreet geval een bevoegdheid zou uitoefenen.Verder is vereist dat de toezegging, andere uitlating of gedraging aan het bevoegde bestuursorgaan kan worden toegerekend. Dat sprake is van gerechtvaardigde verwachtingen betekent niet dat daaraan altijd moet worden voldaan. Zwaarder wegende belangen, zoals het algemeen belang of de belangen van derden, kunnen daaraan in de weg staan. Bij deze belangenafweging kan ook een rol spelen of eiser op basis van de gewekte verwachtingen handelingen heeft verricht of nagelaten als gevolg waarvan hij schade heeft geleden of nadeel heeft ondervonden. Indien er zwaarder wegende belangen in de weg staan aan honorering van het gewekte vertrouwen kan voor het Uwv de verplichting ontstaan om de geleden schade te vergoeden als onderdeel van de besluitvorming.
Het Uwv heeft gerechtvaardigde verwachtingen gewekt
11. De rechtbank oordeelt dat het Uwv bij eiser het gerechtvaardigd vertrouwen heeft gewekt dat hij recht heeft op uitbetaling van een WW-uitkering. Want eiser vertelt dat hij is doorverbonden en legt concreet en navolgbaar uit hoe het daaropvolgende gesprek is verlopen, terwijl het Uwv niet betwist dat het gesprek heeft plaatsgevonden en alleen in algemene zin weerspreekt dat KCC-medewerkers toezeggingen doen. Hieronder legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt.
12. De rechtbank stelt vast dat het Uwv erkent dat eiser op 5 september 2024 heeft gebeld met het KCC over het aanvragen van een WW-uitkering. Hiervan is namelijk een belnotitie opgemaakt. Eiser stelt dat hij na dit gesprek is doorverbonden met een afdeling die verstand heeft van internationale vraagstukken. Hoewel het Uwv alleen beschikt over een belnotitie van een gesprek van drie minuten tussen eiser en het KCC, geeft het Uwv op zitting aan dat het voorstelbaar is dat eiser na dat gesprek is doorverbonden met een afdeling die internationale zaken behandelt. Maar daarvan heeft het geen belnotitie kunnen vinden. De rechtbank stelt vast dat het Uwv dus niet betwist dat eiser is doorverbonden.
13. Eiser stelt dat hij na de doorverbinding zijn situatie heeft uitgelegd, waaronder dat hij ontslag heeft genomen om naar Curaçao te verhuizen en dat hij terugkomt om met een nieuwe baan te beginnen. Eiser stelt dat daarop aan hem is toegezegd dat hij tot hij begint met zijn nieuwe baan een WW-uitkering krijgt. Ook is hem verteld dat er een notitie wordt gemaakt, zodat zijn aanvraag sneller kan worden behandeld. Op zitting geeft het Uwv aan dat het door het ontbreken van een belnotitie niet weet wat er precies is besproken, maar dat KCC-medewerkers geen uitspraken doen of kunnen doen over of iemand een uitkering krijgt.
14. De rechtbank vindt dat eiser met zijn uitleg op zitting aannemelijk maakt dat hem is toegezegd dat hij een WW-uitkering krijgt. Hij legt namelijk gedetailleerd uit wat er tijdens het telefoongesprek is besproken. De algemene stelling van het Uwv dat KCC-medewerkers dat niet doen, is voor de rechtbank niet genoeg om het verhaal van eiser in twijfel te trekken. Daarom gaat de rechtbank af op wat eiser vertelt over het telefoongesprek. Daaruit maakt de rechtbank op dat hij uit het gesprek mocht afleiden dat hij een WW-uitkering zou krijgen. Ook vindt de rechtbank dat de uitlating van de KCC-medewerker aan het Uwv kan worden toegerekend. Hoewel het KCC niet bevoegd is om te beslissen over de WW-uitkering van eiser, heeft eiser kunnen denken dat zij daar wel over gaan. Want de rechtbank kan zich voorstellen dat het doorverbinden en de gedetailleerde bespreking van zijn situatie bij eiser deze indruk hebben gewekt.
Het Uwv hoeft de toezegging niet na te komen
15. Dat sprake is van gerechtvaardigde verwachtingen betekent niet dat die altijd moeten worden nagekomen. Zwaarder wegende belangen, zoals het algemeen belang of de belangen van derden, kunnen daaraan in de weg staan.
16. De rechtbank is van oordeel dat het Uwv de toezegging niet hoeft na te komen, omdat het algemene belang zwaarder weegt dan het belang van eiser. Eiser stelt dat zijn belang erin ligt dat hij ervan uit is gegaan dat hij een WW-uitkering zou krijgen, waardoor hij geen tijdelijke baan meer hoefde te zoeken voordat hij zou beginnen met zijn nieuwe baan. Het algemene belang ziet in dit geval op de juiste besteding van gemeenschapsgeld en op naleving van de wet.Want de wet bepaalt dat geen recht op uitbetaling van een WW-uitkering bestaat als iemand verwijtbaar werkloos is geworden.
17. De rechtbank stelt vast dat eiser na het besluit van 19 september 2024 wist dat hij geen WW-uitkering zou krijgen. Eiser geeft op zitting aan dat het toen niet meer mogelijk was om te solliciteren op een tijdelijke baan, omdat onduidelijk was wanneer hij met zijn nieuwe baan kon beginnen. Maar de rechtbank begrijpt niet waarom dat anders zou zijn als op 5 september 2024 geen toezegging was gedaan door het KCC. Want ook toen was niet duidelijk wanneer eiser zou beginnen met zijn nieuwe baan. Daarnaast ziet de rechtbank niet in waarom het voor eiser na 19 september niet meer mogelijk was om alsnog een tijdelijke baan te zoeken. De rechtbank vindt het dan ook niet aannemelijk dat een tijdsverloop van twee weken tussen het telefoongesprek en het besluit om eiser geen uitkering toe te kennen heeft geleid tot een groot nadeel. Bovendien ontslaat het recht op een WW-uitkering eiser niet van de verplichting om te solliciteren.Hij had dus, los van de vraag of hij een WW-uitkering kon verwachten, moeten solliciteren voor een tijdelijke baan. Daarom vindt de rechtbank dat eiser een gering belang heeft bij nakoming van de toezegging. Dit belang weegt voor de rechtbank niet zwaar genoeg om eiser in strijd met de wet een WW-uitkering toe te kennen.
Het Uwv hoeft geen schadevergoeding toe te kennen
18. Als de gewekte verwachting niet gehonoreerd kan worden vanwege zwaarder wegende belangen, kan het Uwv verplicht zijn om de geleden schade te vergoeden. Maar de rechtbank is van oordeel dat hiervan geen sprake is. Eiser heeft namelijk niet aannemelijk gemaakt dat hij schade heeft geleden. Eiser stelt dat hij niet heeft gesolliciteerd vanwege de verwachting dat hij een uitkering zou krijgen. Maar zoals hiervoor is overwogen, had eiser moeten solliciteren, of hij nu wel of niet op een WW-uitkering rekende. De rechtbank vindt dus niet dat eiser in een slechtere positie is gekomen door de gewekte verwachting dat hij een WW-uitkering zou krijgen.
Het bestreden besluit bevat een motiveringsgebrek
19. De rechtbank is van oordeel dat het bestreden besluit een motiveringsgebrek bevat, aangezien het Uwv niet heeft onderkend dat het bij eiser een gerechtvaardigde verwachting heeft gewekt. Maar omdat de rechtbank het aannemelijk vindt dat eiser daardoor niet is benadeeld, passeert zij het gebrek.Want zoals hierboven uiteengezet, hoeft het Uwv de toezegging niet na te komen en hoeft het geen schadevergoeding toe te kennen. Bovendien is niet in geschil dat eiser geen recht heeft op uitbetaling van een WW-uitkering, omdat hij verwijtbaar werkloos is. Dus ook als het motiveringsgebrek zich niet had voorgedaan, zou een besluit met gelijke uitkomst zijn genomen.