Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 20 oktober 2025 in de zaak tussen
de burgemeester van [plaats] , verweerder
Samenvatting
Procesverloop
Beoordeling door de rechtbank
openbare plaatsin [plaats] drugs te verhandelen. De bepaling uit de APV waarin dit wordt verboden, heeft namelijk als titel ‘Drugshandel op straat’. Dit artikel is specifiek bedoeld om drugshandel op straat tegen te gaan, aangezien dat kan leiden tot verstoring van de openbare orde. Drugshandel in een woning valt bijvoorbeeld niet onder artikel 2:74a van de APV. Het gebruik van de openbare weg om naar een woning te rijden, ook als dat gebeurt met het kennelijke doel om in die woning drugs te verhandelen, leidt ook niet tot overlast op de openbare weg die artikel 2:74a van de APV beoogt tegen te gaan. [3] Van een overtreding van de last is dus alleen sprake als aannemelijk is gemaakt dat eiser het kennelijke doel had om drugs te verhandelen op een
openbare plaats.
openbare plaatsin [plaats] . De feiten wijzen erop dat eiser zich bezig lijkt te houden met drugshandel. Eiser had op 19 juli 2024 een handelshoeveelheid harddrugs bij zich en heeft daar geen goede verklaring voor. Ook het hebben van twee telefoons en een grote hoeveelheid contant geld, kunnen kenmerkend zijn voor drugshandel. Maar uit de aanvullende bestuurlijke rapportage blijkt dat eiser zich niet alleen bezig lijkt te houden met de handel van drugs op
openbare plaatsenin [plaats] , maar ook drugs lijkt te verhandelen in flats of appartementencomplexen. Dat uit het berichtenverkeer van een van de telefoons van eiser blijkt dat hij frequent en hoofdzakelijk op openbare plaatsen afspreekt, betekent niet dat eiser specifiek op 19 juli 2024 op een openbare plaats drugs wilde gaan verhandelen. De berichten van die dag waaruit blijkt dat hij heroïne en cocaïne zou gaan verkopen, zeggen ook niets over de plaats waar hij dat zou gaan doen. Gelet op de constateringen uit de aanvullende bestuurlijke rapportage, zou die verkoop net zo goed plaats kunnen vinden in een gebouw of een woning. Ook de getuigenverklaring zegt niets over het kopen van drugs op specifiek 19 juli 2024 op een openbare plaats. De getuige verklaart alleen al een half jaar drugs van eiser te kopen.
openbare plaatsin [plaats] drugs verhandelde of zou gaan verhandelen. Eisers gedrag van de afgelopen jaren duidt er namelijk op dat hij zich niet alleen op straat bezig lijkt te houden met drugshandel, maar ook in woningen of elders. Aangezien in de last alleen een dwangsom is verschuldigd per overtreding van artikel 2:74a van de APV, namelijk drugshandel op straat, moet wel aannemelijk worden gemaakt dat eiser op specifiek 19 juli 2024 het kennelijke doel had op een
openbare plaatsin [plaats] drugs te verhandelen. Nu de burgemeester dat niet aannemelijk heeft gemaakt, kan dus ook niet worden vastgesteld dat eiser de last heeft overtreden.