Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 14 oktober 2025 in de zaak tussen
[eiser], uit [plaats], eiser,
Procesverloop
€ 360.000,- naar de waardepeildatum 1 januari 2022. Bij deze beschikking heeft de heffingsambtenaar aan eiser als eigenaar van deze woning ook een aanslag onroerendzaakbelasting en watersysteemheffing opgelegd, waarbij deze waarde als heffingsmaatstaf is gehanteerd.
20 november 2023 heeft de heffingsambtenaar het bezwaar van eiser ongegrond verklaard en de WOZ-waarde van de woning gehandhaafd.
Overwegingen
84 m2.
12 april 2024 [2] is het voorzieningenniveau op 3, normaal, gekwalificeerd. Als de voorzieningen toch gedateerd zijn ten opzichte van de voorzieningen van de referentiewoningen in de matrix, is daar voldoende ruimte voor. De rechtbank kan de heffingsambtenaar hierin volgen. De beroepsgrond slaagt niet.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
P.W. Hogenbirk, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 14 oktober 2025.