Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
31 maart 2025;
8 oktober 2025. Hiervan zijn aantekeningen gemaakt. Tijdens deze behandeling zijn via videobellen gehoord:
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 28 oktober 2025 uitspraak gedaan in een verzoek om kinderalimentatie. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. G.G. Kempenaars, heeft verzocht om een maandelijkse bijdrage van € 131 van de vader, die wordt bijgestaan door advocaat mr. L.D.H. Lesmeister. De vader, een 31-jarige man met een afgeronde mbo-opleiding, heeft in het verleden een stabiel inkomen gehad, maar is in deeltijd gaan studeren, wat zijn financiële situatie heeft beïnvloed. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vader vanaf 31 maart 2025 een kinderalimentatie van € 100 per maand moet betalen aan de moeder voor de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kind. De rechtbank heeft de ingangsdatum van de alimentatie vastgesteld op de datum van indiening van het verzoekschrift, omdat de vader redelijkerwijs rekening had kunnen houden met de alimentatieverplichting. De rechtbank heeft de draagkracht van de vader beoordeeld en geconcludeerd dat zijn keuze om te studeren niet ten koste mag gaan van de financiële verplichtingen jegens zijn kind. De moeder heeft geen draagkracht, aangezien zij een bijstandsuitkering ontvangt. De rechtbank heeft besloten dat de vader zijn alimentatiebetalingen vóór de eerste van de maand moet voldoen en heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De beslissing kan worden aangevochten bij het gerechtshof in Arnhem-Leeuwarden binnen drie maanden na de uitspraak.