Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
[betrokkene] , te [woonplaats] , [adres] ,
Procesverloop
Standpunten
Beoordeling
“Ik zag dat de passagier in het geheel geen helm droeg. (…) Reden geen staandehouding: betrokkenen reed op een bromfiets pad met paaltjes, wij verbalisanten reden in de auto en konden er daardoor niet bijkomen.”Uit dit zaakoverzicht volgt tevens dat geen reële mogelijkheid tot staandehouding bestond. Gemachtigde heeft dit noch in het beroepschrift, noch ter zitting betwist. Evenmin is betwist dat de passagier geen helm droeg. De kantonrechter stelt op basis van het dossier vast dat de gedraging is verricht.
.Uit de verklaring van de verbalisant blijkt voldoende dat er geen reële mogelijkheid tot staandehouding van deze passagier (de feitelijke overtreder) was. Gelet op het voorgaande mocht de kentekenhouder aangesproken worden. De sanctie is daarmee terecht met inachtneming van artikel 5 Wahv aan de kentekenhouder opgelegd
.
Beslissing
- verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
- wijzigt de beslissing van de officier van justitie;
- stelt het bedrag van de administratieve sanctie op € 75,00;
- bepaalt dat de officier van justitie aan betrokkene het te veel betaalde teruggeeft;
- veroordeelt de officier van justitie tot het vergoeden van de proceskosten van de betrokkene, ter hoogte van € 226,75.