ECLI:NL:RBMNE:2025:5709
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. Coenen
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing WIA-uitkering wegens termijnoverschrijding en beoordeling arbeidsongeschiktheid
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland op 5 november 2025, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een WIA-uitkering behandeld. Eiseres, die als leraarondersteuner werkte, is op 15 maart 2022 ziek uitgevallen met psychische klachten. Na een afwijzing van het UWV op haar aanvraag voor een WIA-uitkering, heeft zij op 3 maart 2025 beroep ingesteld, maar dit was één week te laat. De rechtbank oordeelt dat er sprake is van bijzondere omstandigheden die de termijnoverschrijding verschoonbaar maken, waardoor het beroep ontvankelijk is.
De rechtbank beoordeelt vervolgens de inhoudelijke gronden van het beroep. Eiseres stelt dat haar medische beperkingen zijn onderschat en dat zij niet kan werken. De rechtbank concludeert dat het UWV terecht heeft geoordeeld dat eiseres minder dan 35% arbeidsongeschikt is, en dat er geen sprake is van een GBM-situatie. De rechtbank wijst erop dat de verzekeringsarts de klachten van eiseres zorgvuldig heeft beoordeeld en dat de arbeidsdeskundige beoordeling ook correct is uitgevoerd. Eiseres' betoog dat de Wet WIA discriminerend is, wordt verworpen, omdat de wet voor iedereen gelijk geldt. Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen recht heeft op een WIA-uitkering en geen proceskostenvergoeding ontvangt.