In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 5 februari 2025, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had beroep ingesteld omdat de Dienst Toeslagen niet tijdig had beslist op haar bezwaar van 22 september 2022 tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag. De rechtbank had eerder, op 20 november 2023, een termijn gesteld voor het nemen van een besluit op bezwaar, maar deze termijn was op 1 januari 2024 verstreken zonder dat er een beslissing was genomen. De rechtbank oordeelde dat verweerder alsnog een besluit moet nemen, en dat dit binnen twee weken na de uitspraak moet gebeuren, tenzij er bijzondere omstandigheden zijn die een andere termijn rechtvaardigen. De rechtbank heeft ook een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat verweerder de termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast is verweerder veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van eiseres, die zijn vastgesteld op € 453,50, en het betaalde griffierecht van € 51,-. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.