In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 14 februari 2025, is het beroep van eiser gegrond verklaard. Eiser had beroep ingesteld omdat de Dienst Toeslagen niet tijdig had beslist op zijn aanvraag van 5 juni 2023 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden, aangezien verweerder op 31 juli 2024 in gebreke was gesteld. Eiser heeft pas op 29 december 2024 beroep ingesteld, wat meer dan twee weken na de ingebrekestelling was. De rechtbank heeft bepaald dat verweerder alsnog een besluit moet nemen, met een uiterste datum van 3 april 2025 voor het doen van een vooraankondiging. Tevens is er een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat verweerder de termijnen overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiser heeft recht op een vergoeding van de proceskosten van € 453,50 en het betaalde griffierecht van € 51,- moet door verweerder aan eiser worden vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.