4.7.houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.F. Hermans en in het openbaar uitgesproken op 22 oktober 2025.
[eiser] vordert, na eisvermindering tijdens de mondelinge behandeling, dat de rechtbank bij vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I [gedaagde] beveelt om binnen vier weken na de datum van het te wijzen vonnis aan [eiser] te verstrekken:
a. een ondertekend exemplaar van de boedelbeschrijving;
b. alle bankafschriften tot in ieder geval zeven jaar voor overlijden;
c. alle overzichten aangaande beleggingsrekeningen, aandelen en obligaties;
d. alle belastingaangiften tot in ieder geval zeven jaar voor overlijden;
e. de aangifte erfbelasting ter zake het overlijden van erflater;
f. een gedocumenteerd overzicht met de onderbouwde waarde van de voertuigen van erflater per sterfdatum;
g. een gedocumenteerde opgave van de uitkeringen van polissen van de levensverzekeringen die behoren tot de nalatenschap van erflater voorzien van bewijsstukken;
h. een opgave van het saldo van contant geld per sterfdatum;
i. een gedocumenteerd overzicht van alle schulden per sterfdatum voor zover het schulden als bedoeld in artikel 4:7 lid 1 onder a tot en met c en f BW betreft;
j. een gedocumenteerd overzicht van eventuele vorderingen/restituties;
k. een kopie van het testament van erflater;
l. de aangifte erfbelasting ter zake van de nalatenschap van de vooroverleden echtgenote van erflater;
m. de boedelbeschrijving behorend bij de nalatenschap van de vooroverleden echtgenote van erflater;
n. een kopie van het testament van de vooroverleden echtgenote van erflater;
o. gedocumenteerde eigendomsinformatie van het onroerend goed van erflater;
p. gedocumenteerde kosten van de uitvaart en de vereffenaar aangaande erflater;
q. gedocumenteerde informatie betreffende alle zaken in artikel 4:67 BW waaronder in ieder geval:
- giften die door erflater of vanuit zijn vermogen gedaan zijn met als doel onterfde personen te benadelen;
- giften vanuit het vermogen van erflater die erflater gedurende zijn leven te allen tijde had kunnen herroepen of die hij bij de gift voor inkorting vatbaar heeft verklaard;
- giften vanuit het vermogen van erflater die bestemd zijn om pas na het overlijden ten volle te worden genoten;
- giften vanuit het vermogen van erflater die ooit zijn gedaan aan afstammelingen (indien deze afstammeling ook (wettelijk) erfgenaam is);
- alle andere giften vanuit het vermogen van erflater die in de periode van vijf jaren voor het overlijden zijn gedaan;
II [gedaagde] veroordeelt om een dwangsom aan [eiser] te betalen van € 200,00 per
bevel, per dag of gedeelte van een dag waarop hij in gebreke blijft bij het nakomen van een onder I benoemd bevel met een maximum van € 20.000,00 per bevel;
III voor recht verklaart dat de wettelijke rente over het uit hoofde van de legitieme portie te verkrijgen (nog vast te stellen) bedrag, indien dat bedrag positief zal blijken te zijn als ingangsdatum heeft: primair 9 november 2023, subsidiair 15 december 2023, meer subsidiair 1 januari 2024, nog meer subsidiair een door de rechtbank te bepalen datum en uiterst subsidiair 16 juli 2024;
V [gedaagde] veroordeelt om de proceskosten aan [eiser] te betalen.