Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
[betrokkene 1] uit [plaats 1] ;
Inleiding
Beoordeling
Betrokkene beschikt over onvoldoende financiële middelen tijdig zekerheid te stellen. Daarom verzoek ik u de zekerheid op nihil te stellen.”
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak zijn administratieve sancties opgelegd aan verschillende betrokkenen voor verkeersovertredingen uit 2022. De officier van justitie heeft de administratief beroepen van de betrokkenen ongegrond verklaard, waarna zij beroep hebben ingesteld bij de kantonrechter. De zitting vond plaats op 3 november 2025, maar de betrokkenen en hun gemachtigde waren niet aanwezig. De kantonrechter heeft het onderzoek gesloten en twee weken later uitspraak gedaan. De kantonrechter oordeelt dat de verplichting tot zekerheidstelling voor de betaling van de boete niet mag belemmeren dat iemand toegang heeft tot een onafhankelijke rechter. Echter, in deze zaken is geen zekerheid gesteld, wat leidt tot de conclusie dat de beroepen niet-ontvankelijk verklaard moeten worden. De kantonrechter wijst op de werkwijze van de gemachtigde, die belastend is voor de zittingscapaciteit van de rechtbank, en concludeert dat er sprake is van misbruik van recht. De beslissing is genomen op 17 november 2025, waarbij de kantonrechter geen proceskostenveroordeling oplegt, omdat er geen kosten zijn gemaakt door de officier van justitie die voor vergoeding in aanmerking komen.