In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, enkelvoudige kamer, op 5 februari 2025, wordt het beroep van eiseres behandeld. Eiseres, een inwoner van Groot-Brittannië, heeft beroep ingesteld omdat de Dienst Toeslagen niet tijdig heeft beslist op haar bezwaar van 8 mei 2023 tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag. De rechtbank had eerder, op 12 april 2024, een eerder beroep van eiseres gegrond verklaard en verweerder opgedragen binnen zes weken een besluit op bezwaar te nemen. Echter, tot op heden had verweerder geen besluit genomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn voor het nemen van een besluit op 24 mei 2024 is verstreken en dat verweerder nog steeds niet heeft beslist. Hierdoor is het beroep gegrond verklaard. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen twintig weken na de uitspraak een besluit op bezwaar bekend te maken. Tevens is er een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat verweerder de termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op een vergoeding van de proceskosten, die door verweerder moet worden betaald, en het betaalde griffierecht van € 51,- moet ook aan eiseres worden vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in beroep te gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.