In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 5 februari 2025, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had beroep ingesteld omdat de Dienst Toeslagen niet tijdig had beslist op haar aanvraag van 5 augustus 2022 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn door verweerder is overschreden. Eiseres heeft op 11 oktober 2023 verweerder in gebreke gesteld en heeft pas op 13 december 2024 beroep ingesteld. De rechtbank oordeelt dat verweerder alsnog een besluit moet nemen, met een uiterlijke datum voor een vooraankondiging op 17 maart 2025. De rechtbank heeft ook bepaald dat er een dwangsom van € 50,- per dag geldt voor elke dag dat verweerder de termijnen overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Daarnaast moet verweerder de proceskosten van eiseres vergoeden, die zijn vastgesteld op € 453,50, en het betaalde griffierecht van € 51,-. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in beroep te gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.