ECLI:NL:RBMNE:2025:732

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
4 maart 2025
Publicatiedatum
24 februari 2025
Zaaknummer
24/4362
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor duurzame gebruiksgoederen

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van de aanvraag voor bijzondere bijstand voor de kosten van duurzame gebruiksgoederen, namelijk een wasmachine, koelkast en fornuis. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Ronde Venen heeft deze aanvraag met het besluit van 14 december 2023 afgewezen. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, dat door de rechtbank op 21 januari 2025 is behandeld. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is, omdat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake is van bijzondere omstandigheden die bijstandsverlening rechtvaardigen. De rechtbank stelt vast dat eiseres in de afgelopen vijf jaar geen inkomsten heeft gehad en financieel afhankelijk was van haar kinderen. Echter, de rechtbank oordeelt dat het ontbreken van reserveringsruimte in verband met schulden geen bijzondere omstandigheid oplevert. Eiseres heeft niet voldoende onderbouwd dat zij niet heeft kunnen reserveren voor de kosten van de gebruiksgoederen. De rechtbank komt tot de conclusie dat de afwijzing van de aanvraag voor bijzondere bijstand in stand blijft en dat eiseres geen recht heeft op terugbetaling van griffierecht of vergoeding van proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 24/4362

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 4 maart 2025 in de zaak tussen

[eiseres] , uit [plaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. Y. Seyran),
en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Ronde Venen,het college (gemachtigde: V.A. Staat).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van de aanvraag voor bijzondere bijstand voor de kosten van duurzame gebruiksgoederen, namelijk een wasmachine, koelkast en fornuis.
1.1.
Het college heeft deze aanvraag met het besluit van 14 december 2023 afgewezen. Met het bestreden besluit van 23 april 2024 op het bezwaar van eiseres is het college bij de afwijzing van de aanvraag gebleven.
1.2.
Eiseres heeft beroep ingesteld tegen dit bestreden besluit.
1.3.
Het college heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.4.
De rechtbank heeft het beroep op 21 januari 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de gemachtigde van eiseres en de gemachtigde van het college.

Beoordeling door de rechtbank

2. De rechtbank beoordeelt de afwijzing van de aanvraag voor bijzondere bijstand voor de kosten van een wasmachine, koelkast en fornuis. Zij doet dat aan de hand van de beroepsgronden van eiseres.
3. De rechtbank is van oordeel dat het beroep ongegrond is. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Wat is het beoordelingskader?
4. Eiseres heeft een aanvraag tot bijzondere bijstand gedaan zoals bedoeld in
artikel 35, eerste lid, van de Participatiewet (Pw). Het college heeft die aanvraag afgewezen, omdat hij van oordeel is dat er geen sprake is van bijzondere omstandigheden die maken dat in het geval van eiseres tot een bijstandsverlening zou moeten worden overgegaan. Aan de voorwaarden van artikel 35, eerste lid, van de Pw is volgens het college niet voldaan. Bij de toepassing van dit artikel moet eerst worden beoordeeld of 1) de kosten waarvoor bijzondere bijstand wordt gevraagd zich voordoen, 2) vervolgens of die kosten noodzakelijk zijn, 3) daarna of die kosten voortvloeien uit bijzondere omstandigheden en 4) tot slot of de kosten kunnen worden voldaan uit de bijstandsnorm.
5. Tussen partijen is niet in geschil dat aan de eerste twee voorwaarden is voldaan. De vraag die in deze uitspraak moet worden beantwoord is of in het geval van eiseres de kosten voortvloeien uit bijzondere omstandigheden. Als daarvan sprake is, komt de rechtbank pas toe aan de vraag of de kosten kunnen worden voldaan uit de bijstandsnorm.

Vloeien de kosten van eiseres voort uit bijzondere omstandigheden?

6. Eiseres stelt dat het college de aanvraag ten onrechte heeft afgewezen, omdat er sprake is van bijzondere individuele omstandigheden waardoor zij niet heeft kunnen reserveren. Eiseres heeft financiële beperkingen en gezondheidsproblemen en neemt deel aan de Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp). De deelname aan de Wsnp zorgt ervoor dat de financiële mogelijkheden van eiseres ernstig beperkt zijn. Eiseres was niet in staat om te sparen voor vervanging van de gebruiksgoederen, omdat zij de afgelopen vijf jaar geen inkomsten heeft gehad. Zij had geen bijstandsuitkering en werd financieel ondersteund door haar kinderen. De bijstandsuitkering die zij sinds 3 april 2023 weer ontvangt, biedt onvoldoende financiële ruimte voor grote uitgaven. Eiseres kampt al twintig jaar met gezondheidsproblemen, waardoor zij niet kan werken. Omdat eiseres vanwege de combinatie van deze omstandigheden niet heeft kunnen reserveren, heeft zij bijzondere bijstand aangevraagd voor een wasmachine, koelkast en fornuis.
7. De kosten voor een wasmachine, koelkast en fornuis zijn incidentele algemeen noodzakelijke kosten. Deze kosten moeten in principe uit het inkomen op bijstandsniveau worden voldaan. Het inkomen op bijstandsniveau wordt geacht daarvoor toereikend te zijn. De kosten moeten door middel van reservering (sparen) of door gespreide betaling achteraf kunnen worden voldaan. Bijzondere bijstand wordt alleen verleend als die kosten voortvloeien uit bijzondere omstandigheden, die ertoe leiden dat die kosten niet uit het inkomen en de aanwezige draagkracht kunnen worden voldaan. [1]
8. Het uitgangspunt in de rechtspraak is dat het ontbreken van reserveringsruimte in verband met schulden geen reden is om te spreken van een bijzondere omstandigheid als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Pw. Onder bepaalde omstandigheden kan het ontbreken van reserveringsruimte in verband met schulden wel een bijzondere omstandigheid zijn. De aanvrager moet in dat geval aannemelijk maken dat hij als gevolg van afbetaling van schulden niet kon reserveren voor de kosten waarvoor hij bijzondere bijstand heeft gevraagd. Als dat aannemelijk is, ligt het op de weg van het college om te onderzoeken en te beoordelen of dat een bijzondere omstandigheid oplevert. De aard en het ontstaan van de schulden kunnen een rol spelen. [2]
9. De rechtbank is van oordeel dat in het geval van eiseres geen sprake is van bijzondere omstandigheden die maken dat tot bijstandsverlening zou moeten worden overgegaan. Het college heeft aangevoerd dat het voor bijstandsverlening een onvoldoende omstandigheid is dat eiseres enige tijd geen bijstand heeft ontvangen en dat haar kinderen in het levensonderhoud hebben voorzien. Ook stond het volgens het college eiseres vrij om eerder een bijstandsuitkering aan te vragen. De rechtbank is het met het college eens dat het een eigen keuze van eiseres is geweest om niet eerder een bijstandsuitkering aan te vragen en voor haar levensonderhoud op haar kinderen te steunen. De gevolgen van een eigen keuze kunnen niet worden afgewenteld op de bijstand. Bovendien had eiseres in de vijf jaar dat zij zelf geen inkomsten had, nogmaals een aanvraag op de bijstand kunnen doen en daarmee reserveringsruimte (spaarruimte) kunnen creëren. Eiseres heeft naar het oordeel van de rechtbank ook niet met concrete en verifieerbare gegevens onderbouwd, dat zij niet heeft kunnen reserveren (sparen) vanwege de financiële beperkingen, de gezondheidsproblemen en de deelname aan de Wsnp. Eiseres heeft daardoor niet aannemelijk gemaakt dat zij zodanig in haar financiën beperkt was dat zij niet heeft kunnen reserveren. Van bijzondere omstandigheden als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Pw is daardoor geen sprake.
10. De beroepsgrond slaagt niet.
11. De rechtbank komt niet toe aan beoordeling van de vierde voorwaarde van
artikel 35, eerste lid, van de Pw.

Conclusie en gevolgen

12. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat eiseres geen gelijk krijgt. De afwijzing van de aanvraag voor bijzondere bijstand blijft in stand. Eiseres krijgt daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgt ook geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L. van 't Hof, rechter, in aanwezigheid van
J.M.J. Kooistra, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 4 maart 2025.
de griffier is verhinderd deze uitspraak te ondertekenen
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Digitaal hoger beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA Utrecht.
Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Zie Centrale Raad van Beroep 21 december 2021, ECLI:NL:CRVB:2021:3237.
2.Zie Centrale Raad van Beroep 21 november 2023, ECLI:NL:CRVB:2023:2263.