Uitspraak
(gemachtigde: mr. D. Delibes)
het college van gedeputeerde staten van de provincie Gelderland, verweerder
[derde-partij] B.V., uit [vestigingsplaats] , vergunninghouder
Rechtbank Midden-Nederland
Op 12 februari 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaken UTR 24/2689 en UTR 24/2702, waarin de beroepen van Stichting DOEH en Coöperatie Mobilisation for the Environment U.A. (MOB) tegen een natuurvergunning voor het wijzigen van een eendenslachterij zijn behandeld. De rechtbank heeft de natuurvergunning, die op 13 mei 2022 door de gedeputeerde staten van Gelderland was verleend, vernietigd. De rechtbank oordeelde dat intern salderen, zoals toegepast in de vergunning, niet meer in overeenstemming is met de recente rechtspraak, met name de Rendac-uitspraak, die stelt dat de referentiesituatie niet mag worden betrokken bij de beoordeling van significante gevolgen van een project. Dit heeft geleid tot de conclusie dat de vergunning niet in stand kan blijven, omdat de beoordeling niet voldoet aan de vereisten die uit deze rechtspraak voortvloeien.
De rechtbank heeft het verzoek van de vergunninghouder om de zaak aan te houden afgewezen, omdat de voortgang van de procedure en de belangen van de eisers zwaarder wegen dan het belang van de vergunninghouder om de vergunning niet te verliezen. De rechtbank heeft de beroepen van Stichting DOEH en MOB gegrond verklaard, terwijl het beroep van [eiser sub 1.2] ongegrond werd verklaard. De rechtbank heeft bepaald dat de gedeputeerde staten het griffierecht van € 365,- aan beide eisers moeten vergoeden en dat de proceskosten van € 1.814,- aan hen moeten worden betaald. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan.