In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedaan op 19 februari 2025, is het beroep van eiser gegrond verklaard. Eiser had beroep ingesteld omdat de Dienst Toeslagen niet tijdig had beslist op zijn bezwaar van 17 juni 2023 tegen de definitieve beschikking compensatie kinderopvangtoeslag en de definitieve beschikking tegemoetkoming opzet/grove schuld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn is overschreden, aangezien verweerder op 8 januari 2024 in gebreke was gesteld. Eiser heeft vervolgens op 18 november 2024 beroep ingesteld. De rechtbank heeft bepaald dat verweerder alsnog een besluit moet nemen, met een uiterlijke datum van 5 september 2025. Tevens is er een dwangsom van € 50,- per dag opgelegd voor elke dag dat verweerder de termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-. Eiser heeft recht op vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 453,50, en het door hem betaalde griffierecht van € 51,- moet door verweerder worden vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in beroep te gaan bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen zes weken na verzending van de uitspraak.