Uitspraak
18 juni 2012 te Amsterdam en/of Schiphol, gemeente Haarlemmermeer en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
Op 2 mei 2011 is het Schipholteam gestart met onderzoek Hazelaar. Vanaf 6 juni 2011 tot
2 april 2012 is het onderzoek projectmatig aangepakt en om die reden onder de naam Vinson overgenomen door de afdeling Zware Criminaliteit van de Koninklijke Marechaussee (hierna ook te noemen: KMar). Het onderzoek richtte zich primair op een organisatie die zich bezig zou houden met de invoer van cocaïne via de luchthaven Schiphol met behulp van aldaar werkzame corrupte bagagemedewerkers. Tijdens onderzoek Vinson kwam onder andere als verdachte naar voren bagagemedewerker [hoofdverdachte] (hierna te noemen: [hoofdverdachte]).
11 juni 2012 tot 18 juni 2012 ontmoetingen met [hoofdverdachte] en/of andere mannen heeft gehad. Uit de vorenbeschreven gang van zaken concludeert de rechtbank dat door verdachte, [hoofdverdachte] en andere mannen de invoer van goederen in Nederland werd voorbereid. Uit de hiervoor gebezigde bewijsmiddelen blijkt dat verdachte een relatief kleine rol heeft gehad bij deze voorbereidingshandelingen. Hoewel door [hoofdverdachte] over een tagnummer is gesproken (OVC-gesprek van 18 juni 2012 om, 21.34 uur), heeft de rechtbank, zoals reeds hiervoor is overwogen onder het kopje ‘Vrijspraak’, niet kunnen vaststellen dat verdachte dit of een ander tagnummer aan [hoofdverdachte] heeft doorgegeven. Verdachte fungeerde naar het oordeel van de rechtbank als ‘boodschappenjongen’ teneinde ontmoetingen tussen [hoofdverdachte] en de andere mannen te regelen.