Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
[verzoeker], te [woonplaats], verzoeker
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Uitgeest, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
8. Daarnaast is de voorzieningenrechter van oordeel dat verzoeker in redelijkheid niet kan worden verweten dat hij voormelde bankafschriften niet (tijdig) heeft overgelegd, aangezien aannemelijk is dat hij hierover redelijkerwijs niet kon beschikken. Het ging immers om de bankrekening van verzoekers broer. Dat verzoeker aanvankelijk bij verweerder aangaf dat het verstrekken van de bankafschriften geen probleem zou zijn, zoals verweerder aanvoert, maakt het voorgaande niet anders. Uit verzoekers e-mail van 17 oktober 2013 – dat is vier dagen voor het primaire besluit – komt naar voren dat verzoeker – wegens onenigheid - niet bij machte is geweest de gevraagde bankafschriften over te leggen.
€ 44,-- vergoedt.
- gelast verweerder om met ingang van 24 oktober 2013 aan verzoeker voorschotten te verstrekken ter hoogte van 90% van de voor verzoeker geldende bijstandsnorm;
15 november 2013.