ECLI:NL:RBNHO:2013:6865
Rechtbank Noord-Holland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Kinderalimentatie en woonlandbeginsel in het kader van wijziging van omstandigheden
In deze zaak heeft de rechtbank Noord-Holland op 27 maart 2013 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van de man, die verzocht om de bij beschikking van de rechtbank Utrecht van 31 januari 2007 vastgestelde kinderbijdrage voor zijn minderjarige kind [kind A] op nihil te stellen, of in ieder geval te verlagen. De man stelde dat zijn financiële situatie was veranderd door een wijziging in zijn draagkracht, aangezien hij hertrouwd was in Marokko en een nieuw kind had, [kind B]. De vrouw, de gerekwestreerde, heeft het verzoek van de man betwist en stelde dat de bijdrage niet gewijzigd diende te worden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de man ontvankelijk is in zijn verzoek, maar dat de behoefte van [kind A] aan een bijdrage niet is betwist. De rechtbank heeft de door de man overgelegde draagkrachtberekening geaccepteerd, waaruit bleek dat de man een draagkrachtruimte had van € 323,- per maand. De rechtbank heeft overwogen dat de onderhoudsplicht ten opzichte van kinderen voorrang heeft boven andere onderhoudsverplichtingen, en dat 70% van de draagkracht beschikbaar is voor de kinderen. De vrouw heeft het woonlandbeginsel ingeroepen, wat betekent dat de kosten van levensonderhoud in Marokko lager zijn dan in Nederland, en heeft berekend dat 70% van de draagkracht beschikbaar zou moeten zijn voor [kind A] en 30% voor [kind B].
De rechtbank heeft geoordeeld dat de man niet heeft aangetoond dat het woonlandbeginsel niet van toepassing is en heeft de berekening van de vrouw gevolgd. Uiteindelijk heeft de rechtbank geconcludeerd dat de man nog steeds in staat is om de vastgestelde bijdrage voor [kind A] te betalen, en heeft het verzoek van de man afgewezen. De beslissing is genomen door mr. M.F.G.H. Beckers en is openbaar uitgesproken.