In deze zaak heeft eiseres, een inwoner van [woonplaats], beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de minister van Veiligheid en Justitie. De rechtbank Noord-Holland, zitting houdende in Alkmaar, heeft op 17 juni 2013 uitspraak gedaan in deze bestuursrechtelijke procedure. Eiseres had eerder een verzoek ingediend op basis van de Wet openbaarheid van bestuur, waartegen de minister op 17 oktober 2012 afwijzend had beslist. Eiseres maakte bezwaar tegen deze afwijzing, maar de minister heeft niet tijdig op het bezwaar beslist. Eiseres heeft de minister in gebreke gesteld, maar ook daarna bleef een beslissing uit. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister niet heeft voldaan aan de wettelijke termijn voor het nemen van een besluit op het bezwaar van eiseres. Hierdoor was eiseres gerechtigd om beroep in te stellen, wat de rechtbank als kennelijk gegrond heeft beoordeeld.
De rechtbank heeft het niet tijdig nemen van een besluit door de minister vernietigd en de minister opgedragen om binnen twee weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen. Tevens is de minister veroordeeld tot het betalen van een dwangsom van € 50,- per dag voor elke dag dat hij de termijn overschrijdt, met een maximum van € 2.000,-. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister inmiddels een dwangsom van € 1.260,- heeft verbeurd, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 18 juni 2013. Daarnaast is de minister veroordeeld in de proceskosten van eiseres, die zijn vastgesteld op € 118,-, en moet hij het griffierecht van € 160,- aan eiseres vergoeden. De uitspraak biedt belanghebbenden de mogelijkheid om verzet aan te tekenen binnen zes weken na verzending van de uitspraak.