Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek
- de akte uitlating producties van [eiser].
2.De feiten
20 augustus 2004 € 50.000,00 ‘In opdracht van [zoon]’
3.Het geschil
4.De beoordeling
‘de schuldeiser een 6 tal cheques heeft verstrekt met een waarde van € 544.732,19 (…) welk bedrag door de schuldenaar als lening is geaccepteerd’. De stelling van [eiser] dat hij het geldbedrag – in de vorm van cheques – aan [gedaagde] heeft verstrekt wordt daardoor onderbouwd. Bovendien wordt in de brief van 12 december 2001 die [gedaagde] op briefpapier van zijn vennootschap [gedaagde] aan [eiser] heeft gezonden (zie rechtsoverweging 2.7), de lening van 21 augustus 2001 van fl. 1.199.000,00 [€ 544.732,19] genoemd onder
‘openstaande leningen’.In het licht van voornoemde onderbouwing door [eiser] heeft [gedaagde] zijn betwisting van de stelling dat het geldbedrag – in de vorm van cheques – aan hem is betaald onvoldoende onderbouwd, zodat het verweer faalt.
5.160,00(2,0 punten × tarief € 2.580,00)