ECLI:NL:RBNHO:2014:11983
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B. Liefting-Voogd
- Rechtspraak.nl
Afwijzing nieuwe aanspraak op studiefinanciering wegens gebrek aan ondersteunende verklaring onderwijsinstelling
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 17 december 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de afwijzing van een nieuwe aanspraak op studiefinanciering. De eiser, die zijn opleiding aan de Vrije Universiteit had beëindigd, verzocht om een nieuwe aanspraak op studiefinanciering op basis van artikel 5.16, vierde lid, van de Wet studiefinanciering 2000 (Wsf 2000). De onderwijsinstelling ondersteunde dit verzoek echter niet, waardoor niet werd voldaan aan de wettelijke voorwaarden.
De rechtbank oordeelde dat er geen ondersteunende verklaring van de onderwijsinstelling was die aantoont dat de eiser zijn studie had moeten beëindigen door een handicap of chronische ziekte. De rechtbank concludeerde dat de afwijzing van de nieuwe aanspraak op studiefinanciering niet in strijd was met het recht op onderwijs zoals gegarandeerd door het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De eiser had geen gezin en de rechtbank vond het moeilijk te stellen dat de afwijzing zijn privé- en gezinsleven zou belemmeren.
De rechtbank heeft de beroepsgrond van de eiser dat de afwijzing onredelijk en onevenredig was, verworpen. De rechtbank stelde vast dat de eiser niet had aangetoond dat hij zijn studie definitief had moeten staken als gevolg van toegenomen medische beperkingen. De rechtbank concludeerde dat de minister het verzoek van de eiser om een nieuwe aanspraak op studiefinanciering terecht had afgewezen, en verklaarde het beroep ongegrond.