Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 18 juni 2014
- het proces-verbaal van comparitie van 4 november 2014 en de daarin genoemde stukken.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
1.788,00(2 punten × tarief € 894,00)
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak vordert de koper van een woning, [eiser], schadevergoeding van de makelaar, Puur Makelaars, op grond van onrechtmatige daad. De koper stelt dat de makelaar bij de verkoop van de woning een onjuiste woonoppervlakte heeft opgegeven. De woning, gekocht in mei 2009, werd in de verkoopbrochure gepresenteerd met een woonoppervlakte van circa 125 m², terwijl na de levering bleek dat de werkelijke oppervlakte slechts 108 m² bedroeg. De rechtbank onderzoekt of de makelaar een fout heeft gemaakt bij de berekening van de oppervlakte en of hij aansprakelijk kan worden gehouden voor de schade die de koper stelt te hebben geleden.
De rechtbank overweegt dat ten tijde van de verkoop in 2009 de NEN 2580 meetinstructie nog niet verplicht was en dat de term 'woonoppervlakte' geen eenduidig begrip was. De makelaar heeft de oppervlakte op basis van bruto metingen vastgesteld, wat destijds een gangbare praktijk was. De tuchtrechter had eerder de klacht van de koper ongegrond verklaard, en de rechtbank concludeert dat de makelaar niet onzorgvuldig heeft gehandeld. De rechtbank wijst erop dat de koper onvoldoende bewijs heeft geleverd dat de makelaar fouten heeft gemaakt of onjuiste gegevens heeft verstrekt.
Uiteindelijk wijst de rechtbank de vordering van de koper af en veroordeelt hem in de proceskosten. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van makelaars en de verwachtingen die aan hen worden gesteld, evenals de rol van tuchtrechtelijke oordelen in civiele procedures.