In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 13 februari 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die als ouder niet had voldaan aan de inschrijvingsplicht van zijn kinderen op een school die voldoet aan de Leerplichtwet 1969. De zaak betreft de particuliere school De Koers, die door de Inspectie van het Onderwijs niet als een erkende school werd beschouwd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de verdachte, als gezaghebbende ouder, in de periode van 3 september 2012 tot en met 5 november 2012, niet heeft voldaan aan zijn verplichting om zijn kinderen in te schrijven op een school die aan de wettelijke eisen voldoet. De verdediging voerde aan dat er bijzondere omstandigheden waren die de kantonrechter zouden moeten vrijstellen van de bindende uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, maar de kantonrechter oordeelde dat deze omstandigheden niet voldoende waren om van de eerdere uitspraak af te wijken.
De kantonrechter heeft de vordering van de officier van justitie tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit en een geldboete van € 500,- subsidiair 10 dagen vervangende hechtenis toegewezen. De kantonrechter overwoog dat de Leerplichtwet 1969 minimumeisen stelt aan het onderwijs en dat ouders zich aan deze wetgeving moeten houden. De verdachte werd veroordeeld tot het betalen van de geldboete, waarbij de kantonrechter rekening hield met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die niet eerder was veroordeeld. De uitspraak benadrukt het belang van de naleving van de Leerplichtwet en de verantwoordelijkheden van ouders in het onderwijs van hun kinderen.