In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Noord-Holland, is op 15 januari 2014 vonnis gewezen in de zaak met zaaknummer C/15/197909 / HA ZA 12-527. De eisers, vertegenwoordigd door advocaat mr. M. van de Glind, hebben hun vordering verminderd tot nihil. Dit gebeurde omdat eiser 1 om persoonlijke redenen niet in staat was de procedure voort te zetten. Er heeft overleg plaatsgevonden tussen de partijen over de voorwaarden voor royement van de procedure, maar zij hebben geen overeenstemming kunnen bereiken.
De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat de verminderde vordering, bij gebrek aan belang bij toewijzing, zal worden afgewezen. Aangezien er geen andere regeling is overeengekomen, is eiser 1 als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten. De kosten aan de zijde van gedaagde 1 zijn begroot op een totaal van € 1.404,00, inclusief griffierecht en salaris advocaat.
In de beslissing heeft de rechtbank het gevorderde afgewezen, eiser 1 veroordeeld in de proceskosten, en verklaard dat het vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad is. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. E. Jochem op 15 januari 2014.