Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.HET VERLOOP VAN HET GEDING
2.DE UITGANGSPUNTEN
3.DE VORDERING EN DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
4.DE GRONDEN VAN DE BESLISSING
5.DE BESLISSING
13 maart 2014in tegenwoordigheid van C. Vis-van Zanden, griffier.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 13 maart 2014 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een vrouw en een man, die een affectieve relatie hebben gehad en twee minderjarige kinderen samen hebben. De vrouw, eiseres in kort geding, heeft een vordering ingediend om de man te verbieden contact met haar op te nemen en zich in de plaats Wervershoof te bevinden, op straffe van een dwangsom. De vrouw heeft gesteld dat de man haar onrechtmatig behandelt door haar te bedreigen en haar met geweld in haar woning vast te houden. De man heeft de vordering bestreden en verklaard dat hij sinds december 2013 geen contact meer heeft gehad met de vrouw en niet meer in Wervershoof is geweest.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er voldoende aannemelijke feiten zijn die de vordering van de vrouw rechtvaardigen. De rechter heeft overwogen dat de vrouw recht heeft op een veilige woonomgeving, vooral gezien haar verantwoordelijkheid voor de kinderen. De man heeft erkend dat hij de vrouw met bedreigende berichten heeft bestookt, wat de rechter ook als reden heeft gezien om het contactverbod toe te wijzen. De rechter heeft de vordering van de vrouw toegewezen en de man verboden om gedurende zes maanden contact op te nemen met de vrouw of zich in Wervershoof te begeven, met een dwangsom van € 100 per overtreding, tot een maximum van € 2.500.
De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad, wat inhoudt dat de man zich onmiddellijk aan de beslissing moet houden, ook als hij in hoger beroep gaat. De uitspraak kan binnen vier weken na de datum van de uitspraak worden aangevochten bij het Gerechtshof te Amsterdam.