ECLI:NL:RBNHO:2014:2503

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
13 maart 2014
Publicatiedatum
20 maart 2014
Zaaknummer
C/14/151952/KG ZA 14/32
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van straat- en contactverbod in kort geding tussen ex-partners met minderjarige kinderen

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 13 maart 2014 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een vrouw en een man, die een affectieve relatie hebben gehad en twee minderjarige kinderen samen hebben. De vrouw, eiseres in kort geding, heeft een vordering ingediend om de man te verbieden contact met haar op te nemen en zich in de plaats Wervershoof te bevinden, op straffe van een dwangsom. De vrouw heeft gesteld dat de man haar onrechtmatig behandelt door haar te bedreigen en haar met geweld in haar woning vast te houden. De man heeft de vordering bestreden en verklaard dat hij sinds december 2013 geen contact meer heeft gehad met de vrouw en niet meer in Wervershoof is geweest.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er voldoende aannemelijke feiten zijn die de vordering van de vrouw rechtvaardigen. De rechter heeft overwogen dat de vrouw recht heeft op een veilige woonomgeving, vooral gezien haar verantwoordelijkheid voor de kinderen. De man heeft erkend dat hij de vrouw met bedreigende berichten heeft bestookt, wat de rechter ook als reden heeft gezien om het contactverbod toe te wijzen. De rechter heeft de vordering van de vrouw toegewezen en de man verboden om gedurende zes maanden contact op te nemen met de vrouw of zich in Wervershoof te begeven, met een dwangsom van € 100 per overtreding, tot een maximum van € 2.500.

De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad, wat inhoudt dat de man zich onmiddellijk aan de beslissing moet houden, ook als hij in hoger beroep gaat. De uitspraak kan binnen vier weken na de datum van de uitspraak worden aangevochten bij het Gerechtshof te Amsterdam.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Privaatrecht
Sectie Handel & Insolventie
CVZ/MS
KG nummer: C/14/151952/KG ZA 14/32
datum: 13 maart 2014
Vonnis van de voorzieningenrechter, rechtdoende in kort geding
in de zaak van:
toev.nr. 4KK4125
[voornamen eiseres] [eiseres],
wonende te Wervershoof, gemeente Medemblik,
EISERES IN KORT GEDING,
advocaat mr. P.F.M. Deijkers te Hoorn,
tegen:
toev.nr. 4KK1803
[voornaam gedaagde] [gedaagde],
wonende te Hoorn,
GEDAAGDE IN KORT GEDING,
advocaat mr. P. Heijnen te Hoorn.
Partijen zullen verder worden genoemd “de vrouw” respectievelijk “de man”.

1.HET VERLOOP VAN HET GEDING

Ter terechtzitting van 4 maart 2014 zijn verschenen de vrouw vergezeld van mr. Deijkers voornoemd en de man vergezeld van mr. Heijnen voornoemd.
De vrouw heeft gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding.
De man heeft de vordering bestreden.
Na verder debat hebben partijen de stukken, waaronder van de zijde van de vrouw de originele dagvaarding en van de zijde van de man een pleitnotitie, overgelegd en vonnis gevraagd.
De inhoud van alle stukken wordt als hier ingelast beschouwd.

2.DE UITGANGSPUNTEN

2.1
Tussen partijen heeft een affectieve relatie bestaan. Deze relatie is in juli 2013 geëindigd.
2.2
Uit de relatie tussen partijen zijn twee, thans nog minderjarige, kinderen geboren, te weten:
 [kind 1]
[kind 2]
2.3
De man heeft de kinderen erkend. De vrouw heeft het eenhoofdig gezag over de kinderen. De kinderen hebben hun hoofdverblijfplaats bij de vrouw.
2.4
De man heeft in oktober 2013 voor het laatst omgang gehad met de kinderen.

3.DE VORDERING EN DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
De vrouw vordert – verkort weergegeven – dat het de man verboden wordt contact met haar op te nemen en om zich te bevinden in de gehele plaats Wervershoof, op straffe van een dwangsom en met veroordeling van de man in de kosten van deze procedure.
3.2
De vrouw legt aan haar vordering ten grondslag dat de man onrechtmatig handelt jegens haar. Zij stelt dat de man haar blijft bestoken met telefoontjes, sms-jes en app-jes waarin hij onder andere dreigt haar of zichzelf iets aan te zullen doen. De vrouw voert aan dat zij bang is dat de man zijn dreigementen zal uitvoeren. Voorts verklaart zij dat de man haar al meermalen met geweld tegen haar zin in haar eigen woning heeft vastgehouden en dat zij de politie al meermalen heeft moeten inschakelen. Zij voert aan dat zij aangifte heeft gedaan tegen de man bij de politie en dat er een AMK-melding is gedaan door de politie en Jeugdzorg inmiddels ook is ingeschakeld. Zij benadrukt dat zij in het belang van de kinderen toe wil naar een normaal contact met de man, zodat er ook een omgangsregeling kan komen, maar dat zij op dit moment vooral gebaat is bij rust.
3.3
De man heeft verweer gevoerd. Hij heeft erkend dat hij er problemen mee heeft dat de vrouw de relatie heeft beëindigd en dat hij de kinderen niet ziet op dit moment. Hij heeft verklaard dat hij inmiddels een gesprek heeft gehad met medewerkers van het Steunpunt Huiselijk Geweld en met [naam vrouw], de praktijkondersteuner in de praktijk van zijn huisarts. In dat gesprek is de afspraak gemaakt dat hij met [naam vrouw] een aantal gesprekken zal hebben om te leren omgaan met zijn emoties. De eerste afspraak is gepland op 13 maart a.s. Verder heeft hij verklaard dat hij sinds een kleine maand geen berichtjes meer heeft verzonden aan de vrouw en dat hij sinds 7 december 2013 niet meer in Wervershoof is geweest. Hij heeft zich op het standpunt gesteld dat onder die omstandigheden de vrouw geen belang heeft bij toewijzing van haar vordering.
3.4
Voor zover voor de beslissing van belang zal hierna inhoudelijk worden ingegaan op de verschillende standpunten.

4.DE GRONDEN VAN DE BESLISSING

4.1
Een straatverbod zoals gevorderd, betreft een dusdanige inbreuk op het aan een ieder toekomende recht om zich vrijelijk te verplaatsen, dat een dergelijke ingrijpende maatregel uitsluitend kan worden toegewezen indien er sprake is van zeer aannemelijke feiten en omstandigheden die een dergelijke inbreuk rechtvaardigen.
4.2
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter doet die situatie zich hier voor. Op grond van de inhoud van de stukken is voldoende aannemelijk geworden dat de man de vrouw een aantal keren met geweld en tegen haar zin heeft vastgehouden in haar eigen woning. De man heeft daarbij voor de vrouw meermalen een bedreigende situatie doen ontstaan. De vrouw heeft de verantwoordelijkheid voor de twee jonge kinderen van partijen en dient van een dergelijke inbreuk op haar gevoel van veiligheid gevrijwaard te blijven. Weliswaar is door de man betoogd dat er geen grond bestaat om het verbod toe te wijzen omdat hij sinds december niet meer in Wervershoof is geweest, maar hierin wordt hij niet gevolgd. Op dit moment dient het belang van de vrouw om zich veilig te voelen in haar woning en haar directe woonomgeving zwaarder te wegen dan het belang van de man om zich vrijelijk te kunnen bewegen. Bovendien zal de man, indien hij bereid is niet meer naar Wervershoof te gaan, zoals namens hem is betoogd, van de veroordeling geen last hebben.
4.3
Ook het gevorderde contactverbod is toewijsbaar. De man heeft erkend dat hij de vrouw met talloze (al dan niet bedreigende) berichtjes heeft bestookt. De door de vrouw gestelde inhoud van die berichtjes is door de man niet weersproken. De vrouw dient ook van dergelijke berichtjes gevrijwaard te blijven.
4.4
De gevorderde dwangsom is eveneens toewijsbaar als prikkel tot nakoming. Zolang de man zich aan de veroordeling houdt zal hij van de dwangsom geen last hebben. De voorzieningenrechter ziet wel aanleiding het maximum van de te verbeuren dwangsommen te matigen.
4.5
Partijen hebben ter zitting verklaard dat Jeugdzorg met hen gesprekken zal gaan voeren met als doel uiteindelijk weer een contactregeling tussen de man en de kinderen tot stand te brengen. De voorzieningenrechter overweegt dat wanneer een omgangsregeling in het belang van de kinderen wordt geacht, het hierna op te leggen contact- en straatverbod niet aan de uitvoering van deze regeling in de weg mag staan.
4.6
Aangezien het geschil voortkomt uit de omstandigheid dat tussen partijen een affectieve relatie heeft bestaan, zullen de proceskosten worden gecompenseerd.

5.DE BESLISSING

De voorzieningenrechter:
- verbiedt de man om gedurende zes maanden na betekening van dit vonnis:
 contact op te nemen met de vrouw;
 zich zonder toestemming van de vrouw te begeven naar en/of op te houden in een gebied omvattende de gehele plaats Wervershoof;
een en ander op straffe van een dwangsom van € 100,00 per overtreding, welke boete zonder verdere ingebrekestelling direct opeisbaar is, met een maximum aan de te verbeuren dwangsommen van € 2.500,--;
- verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
- weigert de meer of anders gevorderde voorziening.
Gewezen door mr. M.C. Schenkeveld, voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
13 maart 2014in tegenwoordigheid van C. Vis-van Zanden, griffier.
Tegen dit vonnis kan hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam binnen vier weken na de dag van de uitspraak. Het beroep moet worden ingesteld door tussenkomst van een advocaat.
Als het vonnis uitvoerbaar bij voorraad is verklaard, heeft het vonnis al wel geldende werking zolang op het (eventuele) beroep niet is beslist