Uitspraak
Naar het oordeel van de rechtbank is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen verdachte ten laste is gelegd.
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 17 juli 2014 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van een woningoverval op een 84-jarige man in Haarlem op 23 juni 2013. De rechtbank heeft geoordeeld dat er onvoldoende objectieve, redengevende en concrete bewijsmiddelen zijn om de betrokkenheid van de verdachte bij de overval te bewijzen. Hoewel er een match is vastgesteld tussen het DNA van de verdachte en het DNA-mengprofiel dat is aangetroffen op de achterzak van het slachtoffer, kan niet worden uitgesloten dat de minder prominent aanwezige DNA-kenmerken afkomstig zijn van een aanverwante van de verdachte of van een andere persoon met vergelijkbare DNA-kenmerken. De rechtbank wijst erop dat het hier gaat om een nevenprofiel en geen volledig DNA-profiel, wat de bewijswaarde vermindert.
Daarnaast heeft de rechtbank vastgesteld dat de signalementen van de dader die door het slachtoffer en getuigen zijn gegeven, te globaal zijn en niet specifiek genoeg om de verdachte te identificeren. De verklaringen van de getuigen over de lengte van de dader zijn tegenstrijdig, en de verdachte zelf is met 1,71 meter niet veel kleiner dan de geschatte lengte van de dader. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat andere sporen die in de woning zijn gevonden, geen match opleveren met de verdachte, wat de mogelijkheid openlaat dat een ander de overval heeft gepleegd.
De rechtbank concludeert dat het dossier onvoldoende bewijs bevat om de tenlastelegging te ondersteunen en spreekt de verdachte vrij van de beschuldigingen. De uitspraak benadrukt het belang van wettig en overtuigend bewijs in strafzaken en de noodzaak om de onschuld van de verdachte te waarborgen in het geval van twijfel.