ECLI:NL:RBNHO:2014:8434
Rechtbank Noord-Holland
- Raadkamer
- R.E.A. Toeter
- Rechtspraak.nl
Vergoeding voor kosten van raadsman in bezwaarschriftprocedure DNA-onderzoek
Op 10 februari 2014 heeft mr. A. Oass, advocaat, een verzoekschrift ingediend bij de Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, met het verzoek om een vergoeding van € 3.215,55 ten laste van de Staat voor gemaakte kosten van een raadsman. Dit verzoek betreft de kosten in verband met een bezwaarschrift ex artikel 7 van de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden. De rechtbank heeft op 3 april 2014 het verzoek in het openbaar behandeld, waarbij mr. E.M. Bosscher de verzoeker vertegenwoordigde en de officier van justitie, mr. M. van Oosten, aanwezig was. De officier van justitie heeft geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek, omdat er geen wettelijke grondslag voor zou zijn.
De rechtbank heeft vervolgens de ontvankelijkheid van het verzoek onderzocht. Volgens artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering kan een gewezen verdachte aanspraak maken op vergoeding van kosten van een raadsman, mits de strafzaak is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel. In dit geval was verzoeker echter veroordeeld in een strafzaak, waardoor er geen basis was voor de gevraagde vergoeding. De rechtbank concludeert dat de wetgever in de opsomming van procedures waarvoor vergoeding mogelijk is, de bezwaarschriftprocedure ex artikel 7 van de Wet DNA-onderzoek niet heeft opgenomen, wat impliceert dat er geen regeling voor kostenvergoeding bestaat in deze context.
Uiteindelijk heeft de rechtbank verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoekschrift. Deze beschikking is gegeven door rechter mr. R.E.A. Toeter en in tegenwoordigheid van griffier A.B. van Velzen op 17 april 2014.