De rechtbank neemt de volgende, door partijen niet betwiste, feiten als vaststaand aan.
Eiser is sinds 1988 eigenaar van het pand aan de [adres] (hierna: het pand). In 1998 heeft eiser een aanbouw gerealiseerd met een loggia en dakterras met uitzicht op het Markermeer. In 2000 is eiser gestart met een fysiotherapiepraktijk aan huis, naast zijn voltijdbaan als LD-functionaris bij de [A].
Bij besluit van 11 oktober 2005 heeft verweerder aan zichzelf een keurontheffing verleend voor het versterken van de [locatie] tussen Enkhuizen en Hoorn en het uitvoeren van werkzaamheden die onder meer bestaan uit het herprofileren en verhogen van de dijk.
Ten behoeve van de dijkversterkingswerkzaamheden heeft verweerder bij besluit van 22 februari 2008 een verkeersbesluit (hierna: het verkeersbesluit) genomen waarbij de [locatie] tussen Hoorn en Bovenkarspel is afgesloten voor al het verkeer, behalve bestemmingsverkeer. De afsluiting is ingegaan per oktober 2007 en heeft geduurd tot en met het einde van 2012.
Voor de uitvoering van de werkzaamheden is de dijk opgedeeld in secties. Het pand van eiser is gelegen binnen sectie 5. Bij deze sectie is buitendijks een voorland gecreëerd. Met de uitvoering van deze werkzaamheden is, naar ter zitting is komen vast te staan, in november 2007 begonnen. Het merendeel van de werkzaamheden heeft plaatsgevonden vanaf 2008. De grootschalige werkzaamheden zijn afgerond aan het einde van 2012.
Bij brief van 25 oktober 2010 heeft eiser een verzoek om nadeelcompensatie bij verweerder ingediend in verband met omzetschade die hij stelt te hebben geleden ten gevolge van de dijkversterking.
Bij brief van 22 februari 2011 heeft eiser verweerder aansprakelijk gesteld voor de schade die hij stelt te hebben geleden als gevolg van het verhogen van de dijk, onder meer bestaand uit waardevermindering van het pand ten gevolge van vermindering van uitzicht. Bij brief van 2 september 2011 heeft eiser aan verweerder meegedeeld dat hij zijn aansprakelijkstelling voort wenst te zetten in de vorm van een verzoek om nadeelcompensatie.
Verweerder heeft de verzoeken om nadeelcompensatie in handen gesteld van de Adviescommissie nadeelcompensatie (hierna: de commissie). De commissie heeft op
8 november 2012 advies uitgebracht. De commissie heeft geadviseerd het verzoek van
25 oktober 2010 af te wijzen en het verzoek van 22 februari 2011 toe te wijzen en aan eiser een schadevergoeding uit te keren.
Verweerder heeft vervolgens, deels in afwijking van het advies van de commissie, het bestreden besluit genomen.