Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van 29 juli 2014 in de zaak tussen
[eiser], te[woonplaats], eiser
de minister van Infrastructuur en Milieu, verweerder
Procesverloop
mr. J.R.M van der Poel, bijgestaan door voornoemde gemachtigde. Ter zitting is tevens verschenen A.S. Dijkstra, werkzaam voor de schade-adviescommissie Ruimte voor de rivier.
Overwegingen
12 februari 2013 en 25 april 2013. De schade-adviescommissie heeft in het advies een vergelijking gemaakt tussen het ter plaatse van eisers voormalige woning voorheen vigerende bestemmingsplan “Buitengebied” en het rijksinpassingsplan. In het kader van de maximale invulling van het bestemmingsplan heeft de schade-adviescommissie geconcludeerd dat met de in artikel II.4, lid A, onder II, sub c van de planvoorschriften opgenomen vrijstelling een ondergeschikt agrarisch bedrijfsgebouw met een maximale oppervlakte van 150 m2 zou kunnen worden opgericht op de gronden met de bestemming “Landschappelijk waardevol open agrarisch gebied”. Zonder vrijstelling was een maximale oppervlakte van 50m2 toegestaan.
Beslissing
mr. M.M. Kaajan, leden, in aanwezigheid van mr. P.C. van der Vlugt, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 29 juli 2014.