Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.[gedaagde1],
[gedaagde2],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 5 maart 2014
- het proces-verbaal van comparitie van 27 mei 2014
- de akte houdende aanvulling grondslag vordering van [eiser]
- de antwoordakte van [gedaagde1] c.s. met productie 22.
2.De feiten
Zoals jou bekend hebben we een deadline gezet op eind 2012 en bij het verstrijken van deze datum hebben we besloten nu toch echt te stoppen met het project.
3.Het geschil
- primair tot betaling van € 161.510,47, vermeerderd met rente over € 154.969,98;
- subsidiair tot betaling van € 115.705,55, althans dat bedrag aan loon en kosten dat de rechtbank redelijk oordeelt, vermeerderd met rente over € 110.545,98;
4.De beoordeling
22 uurvergoed te krijgen.
40 uurvergoed krijgt.
15 uurvergoed krijgt.
6 uurvergoed krijgt.
20 uurvergoed krijgt.
30 uurvergoed krijgt.
133 uur á € 75,- per uur = € 9.975,-,door [gedaagde1] c.s. aan [eiser] te worden betaald als loon voor de door [eiser] gemaakte uren.
€ 50.947,47aan [eiser] te vergoeden.
2.235,00(2,5 punten × tarief € 894,00)