3.1.[eiser] vordert bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
I. Primair
[gedaagde] te veroordelen tot betaling aan [eiser] van € 92.000,00,
[gedaagde] te veroordelen tot betaling aan [eiser] van de wettelijke rente over het onder I.a. gevorderde bedrag over de periode van 26 mei 2014 tot en met 5 december 2014 ten bedrage van € 1.474,52,
[gedaagde] te veroordelen tot betaling aan [eiser] van € 1.695,00 ter zake van buitengerechtelijke kosten
[gedaagde] te veroordelen tot betaling aan [eiser] van de wettelijke rente over de onder I.a. en I.c. gevorderde bedragen vanaf 5 december 2014, althans vanaf de datum van het in deze te wijzen vonnis,
II. Subsidiair:
voorwaardelijk, dat wil zeggen: voor zover [gedaagde] in de onderhavige procedure niet reeds aan het hier onder II.a. gevorderde heeft voldaan, [gedaagde] te veroordelen tot het overleggen van afschrift van bescheiden, zoals correspondentie, bankafschriften en/of transactieoverzichten waaruit blijkt:
- dat [gedaagde] aan de bank waar zij rekening houdt en waarnaar het aan [gedaagde] onverschuldigd betaalde bedrag is overgemaakt, de opdracht heeft gegeven transacties die verband houden met het onverschuldigd betaalde bedrag tegen te houden,
- dat voornoemde bank in opdracht van [gedaagde] daadwerkelijk transacties heeft tegengehouden,
- om welke transacties het gaat,
- wat de grootte van de bedragen van die transacties zijn,
- of die bedragen zijn geretourneerd,
- wanneer en op welke wijze die bedragen zijn geretourneerd, en
- aan wie die bedragen zijn geretourneerd,
[gedaagde] te veroordelen tot betaling aan [eiser] van het deel van de totale som van het aan [gedaagde] door [eiser] onverschuldigd betaalde bedrag dat blijkens het onder II.a. gevorderde niet door de bank is tegengehouden en geretourneerd,
[gedaagde] te veroordelen tot betaling aan [eiser] van de wettelijke rente over het onder II.b. gevorderde bedrag, over de periode van 26 mei 2014 tot en met 5 december 2014,
[gedaagde] te veroordelen tot betaling aan [eiser] van de gevorderde buitengerechtelijke kosten berekend over het onder II.b. gevorderde bedrag, te berekenen volgens het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten,
[gedaagde] te veroordelen tot betaling aan [eiser] van de wettelijke rente over de onder II.b. en II.d. gevorderde bedragen vanaf 5 december 2014, althans vanaf de datum van het in deze te wijzen vonnis,
III. Primair en subsidiair:
[gedaagde] te veroordelen in de proceskosten, de nakosten daaronder begrepen, te vermeerderen met wettelijke rente.