Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- de dagvaarding
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van [eiseres]
- de pleitnota van Cargill.
1.De feiten
1.Het geschil
1.De beoordeling
816,00
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft eiseres, werkzaam in de bedrijfskantine van gedaagde, Cargill B.V., vorderingen ingesteld in kort geding. Eiseres werd door haar werkgever, GCA Events B.V., tewerkgesteld op de locatie van Cargill, maar werd op 2 oktober 2015 de toegang tot de werkplek ontzegd door Cargill. Dit leidde tot een geschil over de betaling van achterstallig loon en de toegang tot de werkplek. Eiseres vorderde toelating tot de bedrijfskantine van Cargill, zodat zij weer door GCA kon worden tewerkgesteld, en een voorschot op schadevergoeding wegens gemiste inkomsten. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de weigering van Cargill om eiseres toegang te verlenen onrechtmatig was, gezien de lange periode dat eiseres haar werkzaamheden daar had verricht en het feit dat zij geen verwijtbaar gedrag had vertoond. De vordering tot toegang werd toegewezen, maar de vordering tot schadevergoeding werd afgewezen, omdat de voorzieningenrechter onvoldoende aannemelijk achtte dat de schade het gevolg was van het onrechtmatig handelen van Cargill. Cargill werd veroordeeld in de proceskosten.