Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Procesverloop
2.De uitgangspunten
De rechtbank is van oordeel dat, ook na bestudering van de jurisprudentie waarnaar in de pleitnota wordt verwezen, de overgelegde machtiging onvoldoende duidelijk is. Daarvoor is redengevend dat uit de machtiging niet blijkt dat de gemachtigde eiser vertegenwoordigt in deze specifieke kwestie.”
19 november 2013 (ECLI:NL:RVS:2014:4129). Bij brief van 19 december 2014 heeft de rechtbank verzoeker geïnformeerd over het feit dat alle hoofdzaken - tezamen met nog 25 andere zaken waarin verzoeker niet als gemachtigde optreedt - gevoegd ter zitting zullen worden behandeld. Verzoeker is opgeroepen om op 23 januari 2015 ter zitting te verschijnen.
3.Het standpunt van verzoeker
détournement de pouvoir, omdat deze bevoegdheid wordt aangewend voor een ander doel dan waarvoor die is bedoeld.
23 januari 2015.
4.De beoordeling
Het voorgaande kan uitzondering leiden in bijzondere situaties, bijvoorbeeld in het geval dat sprake is van een, in het licht van alle omstandigheden van het geval, dermate onbegrijpelijke processuele beslissing dat daardoor aan de onpartijdigheid van de rechter moet worden getwijfeld. Die situatie doet zich hier niet voor, zoals blijkt uit het hierna volgende.
détournement de pouvoir, zo begrijpt de wrakingskamer het betoog van verzoeker.