Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER
de maatschap naar burgerlijk rechtMaatschap [X.] Accountants en Adviseurs
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheidAja Holding B.V.
De procedure
De feiten
De vordering
Het verweer
De beoordeling
Ad 2 : ouder pandrecht
Ad 3: pandrecht geldig gevestigd ten aanzien van welke vorderingen?
stil pandrecht op toekomstige vorderingen. Ingevolge artikel 3:239 BW is hiertoe vereist dat de vordering op het tijdstip van vestiging reeds bestond of rechtstreeks is verkregen uit een dan al (in 2010) bestaande rechtsverhouding. Gesteld noch gebleken is dat de rechtsverhouding tussen [Maatschap A.] en Aja in 2007 en/of 2010 reeds bestond, zodat in beginsel niet aan de eisen van artikel 3:239 BW is voldaan. Evenmin zijn lijsten van debiteuren overgelegd, behorend bij de pandakte die in 2010 is geregistreerd, waaruit eventueel afgeleid zou kunnen worden dat de debiteurenrelatie toen al bestond.
“kredietnemers geven al hun activa aan kredietgever in pand”. Onder dit pandrecht op deze activa wordt in ieder geval verstaan pandrechten “
op alle huidige en toekomstige (bedrijfs)vorderingen op derden”.De bedoeling lijkt te zijn geweest, om óók de vorderingen die Aja mocht krijgen op ten tijde van vestiging van het pandrecht nog niet bekende crediteuren, stil te verpanden. Nu echter verder niets is gesteld of gebleken ten aanzien van deze verzamelpandakte en de eventueel bijbehorende volmachten, kan niet worden aangenomen dat sprake is van een geldige verzamelpandakte.