Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
B
Rechtbank Noord-Holland
Op 22 februari 2016 heeft de Rechtbank Noord-Holland, enkelvoudige kamer, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de afwijzing van een verzoek tot het verlenen van een opvolgende voorwaardelijke machtiging. Het verzoek was ingediend door de officier van justitie op 27 januari 2016 ten aanzien van de betrokkene, die in Zaandam woont. De betrokkene, bijgestaan door haar advocaat mr. J.K. Gaasbeek, verzet zich tegen de verlening van de machtiging en stelt dat zij geen psychiatrische hulp nodig heeft. Tijdens de zitting is gebleken dat de betrokkene na een knieoperatie in de psychiatrie terecht is gekomen, maar zij voelt zich in staat om zelfstandig te functioneren met de hulp van haar mentor en bewindvoerder.
De psychiater die ter zitting aanwezig was, benadrukte het belang van medicatie en behandeling, maar de betrokkene heeft een slechte relatie met haar Sociaal Psychiatrisch Verpleegkundige en komt sporadisch bij haar behandelend psychiater. De raadsman van de betrokkene stelde dat er alternatieve manieren zijn om de betrokkene te monitoren zonder een voorwaardelijke machtiging. De mentor/bewindvoerder heeft verklaard bereid te zijn om toezicht te houden op de betrokkene en contact op te nemen met de huisarts indien nodig.
De rechtbank concludeert dat, voor zover er nog sprake is van een stoornis, het gevaar dat deze stoornis met zich meebrengt op een andere manier kan worden afgewend. Daarom heeft de rechtbank het verzoek tot verlening van de voorwaardelijke machtiging afgewezen. De beschikking is gegeven door mr. M.T. Goossens en is openbaar uitgesproken op 22 februari 2016. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.