ECLI:NL:RBNHO:2016:1552

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
22 februari 2016
Publicatiedatum
25 februari 2016
Zaaknummer
C/15/238288/FA RK 16-444
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van een verzoek tot verlening van een voorwaardelijke machtiging in het kader van geestelijke gezondheidszorg

Op 22 februari 2016 heeft de Rechtbank Noord-Holland, enkelvoudige kamer, uitspraak gedaan in een zaak betreffende de afwijzing van een verzoek tot het verlenen van een opvolgende voorwaardelijke machtiging. Het verzoek was ingediend door de officier van justitie op 27 januari 2016 ten aanzien van de betrokkene, die in Zaandam woont. De betrokkene, bijgestaan door haar advocaat mr. J.K. Gaasbeek, verzet zich tegen de verlening van de machtiging en stelt dat zij geen psychiatrische hulp nodig heeft. Tijdens de zitting is gebleken dat de betrokkene na een knieoperatie in de psychiatrie terecht is gekomen, maar zij voelt zich in staat om zelfstandig te functioneren met de hulp van haar mentor en bewindvoerder.

De psychiater die ter zitting aanwezig was, benadrukte het belang van medicatie en behandeling, maar de betrokkene heeft een slechte relatie met haar Sociaal Psychiatrisch Verpleegkundige en komt sporadisch bij haar behandelend psychiater. De raadsman van de betrokkene stelde dat er alternatieve manieren zijn om de betrokkene te monitoren zonder een voorwaardelijke machtiging. De mentor/bewindvoerder heeft verklaard bereid te zijn om toezicht te houden op de betrokkene en contact op te nemen met de huisarts indien nodig.

De rechtbank concludeert dat, voor zover er nog sprake is van een stoornis, het gevaar dat deze stoornis met zich meebrengt op een andere manier kan worden afgewend. Daarom heeft de rechtbank het verzoek tot verlening van de voorwaardelijke machtiging afgewezen. De beschikking is gegeven door mr. M.T. Goossens en is openbaar uitgesproken op 22 februari 2016. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Sectie Familie & Jeugd
locatie Haarlem
nieuwe voorwaardelijke machtiging
zaak-/rekestnr.: C/15/238288 / FA RK 16-444
B
beschikking van de enkelvoudige kamer van 22 februari 2016,
van de rechtbank Noord-Holland naar aanleiding van het door de officier van justitie
op 27 januari 2016 ingediende verzoek tot het verlenen van een opvolgende voorwaardelijke machtiging ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] ,
wonende te Zaandam,
hierna: betrokkene.

1.Procedure

Bij het verzoek is overgelegd een geneeskundige verklaring.
Tevens is overgelegd een beschrijving van de geestelijke en lichamelijke toestand van betrokkene, van de op haar toegepaste behandeling en de effecten daarvan.
De rechtbank heeft op 22 februari 2016 de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat mr. J.K. Gaasbeek,
- mevrouw [naam] , psychiater,
- mevrouw [naam] , mentor en bewindvoerder van betrokkene.

2.Beoordeling

Ter zitting is gebleken dat betrokkene geen rechterlijke machtiging wil, omdat zij van mening is dat zij de psychiatrie niet nodig heeft. Zij verzet zich dan ook tegen de verlening van de voorwaardelijke machtiging. Betrokkene geeft aan dat zij in de psychiatrie terecht is gekomen na een delier volgend op een knieoperatie en dat zij zichzelf, met hulp van haar bewindvoerder/mentor goed staande houdt in de maatschappij zoals zij dat ook voor haar knieoperatie altijd heeft gedaan. Zij werkt, heeft haar financiën op orde en heeft een goed contact met haar kinderen.
De psychiater is van mening dat het van belang is dat betrokkene haar medicatie blijft gebruiken en in behandeling blijft. Hoewel zij betrokkene zelf niet kent, staat zij achter de diagnose die gesteld is door de behandelend psychiater. Betrokkene heeft een slecht contact met haar Sociaal Psychiatrisch Verpleegkundige en komt alleen na de nodige aandrang, sporadisch, langs bij haar behandelend psychiater. Ondanks het feit dat betrokkene nu weer werkt en zij voor haar opname nooit te maken heeft gehad met psychiatrie, acht zij het te riskant betrokkene niet via een voorwaardelijke machtiging te blijven behandelen.
De raadsman voert aan dat ook op andere wijze gewaarborgd kan worden dat betrokkene gemonitord wordt en, zo nodig, weer in behandeling komt.
Betrokkene heeft een goede band met haar mentor/ bewindvoerder en zij hebben dan wekelijks één of meermalen contact met elkaar. De mentor/bewindvoerder van betrokkene heeft ter zitting verklaard bereid te zijn er op toe te zien dat het goed blijft gaan met betrokkene. Zij zal contact opnemen met de huisarts van betrokkene indien het toestandsbeeld van betrokkene verslechtert. Betrokkene heeft ingestemd met een warme overdracht van Dijk & Duin naar de huisarts. Zij heeft zich bereid verklaard om alle benodigde stukken voor deze overdracht te ondertekenen.
Onder deze omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat, voor zover er nog sprake is van een stoornis, het gevaar dat deze stoornis op kan leveren op een andere wijze dan door middel van een voorwaardelijke machtiging kan worden afgewend.
De rechtbank zal het verzoek dan ook afwijzen.

3.Beslissing

De rechtbank:
Wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.T. Goossens, rechter, in tegenwoordigheid van K.D. Warmerdam, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 22 februari 2016.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.