Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
“Bij het plaatsen van schoeing waarschijnlijk met schutpalen van de ponton kabel beschadigd. Kabel heeft waarschijnlijk niet veel dekking gehad in de vaart. Leiding was op voorhand aangespoten en schoeing is hier door aangepast volgens de toezicht houder Provincie“(sic).
3.De vordering
4.Het verweer
5.De beoordeling
“de liggingsgegevens die deel uitmaken van de beheerdersinformatie, hebben betrekking op de horizontale ligging en zijn gebaseerd op de meest nauwkeurige metingen die voor de beheerder beschikbaar zijn, met dien verstande dat de metingen ten minste een nauwkeurigheid van een meter hebben.”
“de grondroerder heeft tot taak om onderzoek te verrichten naar de precieze ligging van onderdelen van netten binnen het invloedsgebied. In de uitvoeringsfase (….) wordt hieraan invulling gegeven door te lokaliseren. Dit gebeurt: 1. Conform de contractafspraken; 2. Als er kabel en leidingen binnen het invloedsgebied van de werkzaamheden liggen.Uit de MvT en artikel 5, tweede lid, van het Besluit volgt dat Schilder alleen verplicht was tot het verrichten van onderzoek naar de precieze ligging van de kabel indien het neerlaten van de spudpalen binnen een meter van de theoretische ligging had plaatsgevonden. Dat is volgens de wetgever in dit geval invloedsgebied van de werkzaamheden.