Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het verzoek
4.Het verweer en het tegenverzoek
5.De beoordeling
heeft voorts betwist de brief van 6 januari 2015 en de mail van 2 november 2015 te hebben ontvangen. Wat daar ook van zij, in deze stukken wordt [de werknemer] niet geïnformeerd over het al dan niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst zodat geen sprake is van een aanzegging in de zin van artikel 7:668 lid 1, onderdeel a, BW. Immers, in de brief van 6 januari 2015 wordt de arbeidsovereenkomst toegezonden en wordt slechts medegedeeld dat deze van rechtswege eindigt op 30 november 2015. In de mail van 2 november 2015 staat dat aan het einde van de maand het arbeidscontract eindigt en dat [B] graag voor de volgende dag een evaluatiegesprek wil inplannen. Deze mededelingen laten de mogelijkheid open dat er na 30 november 2015 een volgende arbeidsovereenkomst zou worden aangeboden.